United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook niet de vroeger zoozeer bekende theorie van Hutton, Playfair, A. von Humboldt, E. de Beaumont en L. von Buch, volgens welke de bergen waren ontstaan door drukkrachten, die in radiale richting van onderen naar boven werkten, en die de uitbarsting van eruptieve gesteenten voor de oorzaak hield van de opheffing en plooiïng der aardlagen tot bergen.

Deze zoogenaamde opwekkende toespraak was op haar zelve niet beleefd; maar aan Reinout klonk zij dubbel onwelkom in de ooren: zij verschilde zoo hemelsbreed van die hartelijke, echt ridderlijke aansporingen, waarmede zijn leermeester in de krijgskunst, de edele Beaumont, gewoon was, de jeugdige strijders aan te moedigen.

"Lacht zooveel gij wilt, mijne Heeren!" zeide vader Volkert: "zooals zij dan wezen moge, ruil ik mijne waardigheid tegen geene andere: want in Sint-Odulf heerscht rust en vrede, 't geen men niet van alle conventen zeggen kan: en ik ben meer heer in mijn klooster dan Jan van Arkel in zijn Bisdom, waar hij van verdriet is uitgeloopen." "Kent gij den Bisschop van Utrecht?" vroeg Beaumont.

"Hoe!" zeide Madzy verbaasd: "is het niet met de goedkeuring van mijn voogd, dat ik hier kom, en is deze keten...." "Graaf!" zeide Beaumont, die nu eerst inzag, hoe het geval zich had toegedragen: "had ik geweten dat mijn halsband had moeten dienen om hier bedrog te plegen, ik had dien liever in 't Sparen geworpen dan hem u te leenen."

De meeste omstanders volgden den Graaf; maar zijn laatste woorden waren niet verloren gegaan, en de oude Wapenkoning, die ze gehoord en als een zijdelingsch verwijt had opgenomen, trad naar Adeelen toe en begon hem, op een half beleefden, half bestraffenden toon, de les te lezen over zijn gedrag, terwijl Beaumont en Teylingen den Abt en den Olderman poogden over te halen, het feest niet te verlaten om een woord, dat den Graaf in drift ontvallen was.

"Ik kan Aylva ten beste raden, zoo dikwijls ik hem bij toeval ontmoet," zeide Beaumont: "maar gij gevoelt, dat het, in den tegenwoordigen stand der zaken, loutere zwakheid verraden zoude, indien 's Graven oom om zijn goede gezindheid ging bedelen. Gij daarentegen kunt gevoeglijk als uit u zelven spreken."

Aldus sprekende was hij met de zijnen tot dicht bij de versperring genaderd, niettegenstaande de hagelbui van steenen en pijlen, welke de Bloemkampers van uit hun hooge stelling op hem afzonden, toen opeens Reinout zich boven op de borstwering vertoonde, met een bevende stem uitroepende: "Heer van Beaumont! geef u gevangen! gij kunt onmogelijk tegen de overmacht kampen."

"Deodaat is een braaf Ridder," zeide Beaumont, zijn kweekeling op den schouder kloppende: "hij heeft de lessen niet vergeten, die ik getracht heb, hem in te prenten." "Hij had toch moeten begrijpen," zeide Teylingen, "dat de Graaf niets onbillijks kan vergen, veelmin iets dat met den Ridderplicht strijdt."

En terstond daarop den geschokten toestand van Madzy bespeurende, verweet hij zich de uitdrukking, die hij gebezigd had en hielp hij Beaumont om haar te ondersteunen. "Meisje!" zeide Graaf Willem, toen hij haar gewaarwerd: "wij hebben u hier ontboden om den moordenaar van Deodaat te herkennen. Is het de man die daar staat, die de wond heeft toegebracht?"

De Gravin, nu beter onderricht en, hoewel nog niet zeker van Madzy's onschuld, echter iets, dat naar medelijden zweemde, met haar gevoelende, begreep het nu veilig te kunnen wagen om haar toe te spreken: en na eenige weinige onbeduidende vragen, waarop Madzy nauwelijks in staat was antwoord te geven, zeide zij: "De Heer van Beaumont heeft iets met u te verhandelen, weshalve wij u zullen verlaten.