United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wees barmhartig en help mij uit mijne valsche en ellendige positie; ik zit zonder een kopjéke en vol schulden. "Eerst wilde ik mijn examen doen; ik heb er reeds twee afgelegd; maar nu ben ik van plan veranderd en ik zal als Junker dienst nemen bij de garde-cavallerie.

O ja, zij zijn barmhartig genoeg. Zij voeden de hongerigen en kleeden de bedelaars. Maar hun eigen zielen verhongeren en zijn naakt. Er is geen moed meer in ons geslacht. Misschien hebben we dien ook nooit gehad. Vrees voor de menschen; de bazis van alle moraliteit; vrees voor God: het geheim van den godsdienst zijn de twee dingen, die ons regeeren. En toch ...

Zij wezen alleen den schuldige aan voor den God der wrake. "Als wij U niet goed gediend hebben, dan is het de schuld van dien man. Wees barmhartig, Heer! en laat hem alleen lijden. Wij teekenen hem met onteering en schande. Wij zijn niet één met hem." 't Werd spoedig gebruik, dat ieder, die voorbij de pastorie ging een takje op den schandeheuvel wierp. "God en menschen mogen 't zien," dachten zij.

Als Pericles nog in leven ware geweest, zou een zoo onmenschelijk besluit nooit zijn genomen, maar de Atheners stonden nu sterk onder den invloed van een zekeren Cleon. "Weest toch niet barmhartig jegens hen," zeide hij, "straft hen zooals zij u zouden hebben gestraft, als zij hadden overwonnen."

Je hebt lange vingers gemaakt en de menschen hun goed verdonkeremaand; je komt niet in den Hemel; de Heer heeft mij verboden iemand binnen te laten terwijl Hij weg is.« »Wees toch barmhartigriep de kleermaker; »ik hink en ik heb blaaren aan mijn voeten van den langen weg hierheen, ik kon onmogelijk weer omkeeren! laat mij toch binnen; ik zal al het nare werk doen: ik zal de kinderen dragen, de luiers spoelen, de banken waar ze op gespeeld hebben weêr schoonmaken, en hun gescheurde kleêren verstellenDe heilige Petrus kreeg meêlijden en deed voor den manken kleermaker de deur open, juist zóóver dat hij er met zijn scharminkelige lijf net door kon kruipen.

Toen hij een raaf krassend voorbij zag vliegen, dacht hij aan den tijd, waarin de raven brood brachten aan Elia, den vromen kluizenaar, en maakte hij bij zichzelf de opmerking, dat de raven thans niet zoo barmhartig meer zijn.

En terwijl zij zoo smeekt, in haar wanhoop, is Hermoine de Alva nog liefelijker dan in haar vreugde, want zij is als met een bovenaardsch waas overtogen zij is als Eva, pleitende voor Adam, niet bij God, maar bij Satan. Doch Satan is niet barmhartig, en meenende, dat haar vader niet begrijpt, dat haar eigen leven er mee gemoeid is, roept zij uit: "Nu zult gij mij toch wel gelooven!"

»Al uw ongerechtigheid«; o, wie zal uitspreken, hoe hoog die berg onzer zonden opgestapeld lag, en wie spellen, wie gissen, hoe machtig, hoe wonderbaar het ontfermen was, dat ons al deze ongerechtigheid vergeven kon en al onze zonde wegwierp in de diepte der zee! »Barmhartig en genadig is de Heere, lankmoedig en groot van goedertierenheid.

Zij heeft zich derhalve reeds meermalen gewend tot de bezettende macht met ernstig beklag over maatregelen, die bijzonder in strijd zijn met de beginselen die de grondslagen vormen van ons Christelijk volksleven: gerechtigheid, barmhartig- heid en vrijheid van levensovertuiging.

Zijn hoofd is onbedekt en zijn laatste uur was bijna gekomen, want Chester, die nu een zwaard in de hand heeft, stormt op hem af, uitroepend: "Nu is het mijn beurt, hertog van Alva!" Maar Hermoine, zich aan haars vaders borst werpende en hem met haar armen beschermend, smeekt: "Spaar hem, als gij barmhartig jegens mij wilt zijn!