Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Door het netwerk der blauwe of oranjekleurige glasruiten vielen op dit uur de stralen der ondergaande zon. Daar buiten speelde de avondwind met de guirlandes van natuurlijke of nagemaakte bloemen, die tusschen de vensters hingen en waar eenige veelkleurige lampions reeds hun bleek licht met dat van den wegstervenden dag begonnen te mengen.
Om de grauwe, geblakerde muren weven zich bloemfestoenen en slingerplanten; op een nog half overgebleven toren van het portaal verheffen zich eenige dwergachtige pijn- en berkeboomen, wier schraal gebladerte, door den avondwind bewogen, als een droevig klaaggezang hooren laat. Rondom in het gras liggen hier en daar grafsteenen verstrooid, waarvan de opschriften meerendeels zijn uitgewischt.
En hij had een gevoel, alsof hij het vreemde, blauwe wezen al lang kende. 'Ja Johannes! hoorde hij en de stem klonk als het schuifelen van het riet in den avondwind of het ruischen van den regen op de bladen in het bosch. 'Hoe moet ik u noemen? vroeg Johannes. 'Ik ben geboren in den kelk eener winde. Noem mij Windekind!
Zoo ging het voort: een ’t verstand verwarrend gesprek. De student Anselmus dacht: dat is toch maar de avondwind, die vandaag met gewoon verstaanbare woorden fluistert.
Hoort gij niet, dat het loover, door den avondwind bewogen, oude sagen fluistert? Dat het spreekt van vreugde en lijden, van vele beproevingen en oploopen, van vervlogen roem en grootheid? Wij kennen reeds den oorlog, dien Philip de Goede te voeren had tegen de overmoedige Gentenaars. De Groententers bemachtigden het slot van Schendelbeke.
Wat zaagt gij, toen het zwaard in het water viel?" Bedivere aarzelde een oogenblik, toen sprak hij: "Heer, gij spant uwe verwachtingen te hoog. Ik heb niets gezien dan het wuiven der rietpluimen langs den waterkant en niets gehoord dan het ruischen van den avondwind door de boomen." Ongeduldig bewoog de gewonde zich heen en weer. "Gij hebt mij opnieuw bedrogen," riep hij uit!
Men zag enkele sterren, een koude avondwind drong in de warme kamer door; vervolgens vertoonde zich op den drempel een man, die een rijzige gestalte had; hij was genoodzaakt z'n hoofd te buigen, om binnen te kunnen komen. Zijn gezicht was een van die edele, waarop de onverschilligste blikken zich met een plotseling gevoel van achting vestigen. Zijn groote gestalte was sierlijk en lenig.
Dat was het laatste, wat hij hoorde, al het levende om hem zweeg, alleen de helmen suisden in den zachten avondwind. 'Ben ik een mensch? dacht Johannes. 'Neen, dat kan niet, dat kan niet. Ik wil geen mensch zijn. Ik haat de menschen. Hij was moede en dof van geest. Hij ging liggen aan den rand van 't veldje, op het weeke, grijze mos, dat een vochtigen, sterken geur verspreidde.
'Toen scharrelde de kever, die een heelen dag ouder was, tusschen de grashalmen verder en liet den eersten getroffen achter. Weet je wat een roeping is, Johannes? Niet! Nu, dat wist die jonge kever ook niet. Het stond met eten in verband, dat begreep hij. Maar hoe moest hij bij die lindenhaag komen? 'Vlak naast hem stond een slanke, stevige grashalm, die zachtjes wiegelde in den avondwind.
Overgegeven aan de veêren van den landauer om haar te wiegen, bij kleine schokjes, en aan de warmte van de kussens, waarop zij nu al uren had gerust, om haar rug en beenen te doordringen, en haar borst en schoot koel in den avondwind, had zij haar hoofd naar achteren op-zij laten glijven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek