United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den volgenden keer, dat de deur openging, waren het vader Elia en broeder Tommaso, die met hun violen onder den arm hunne oude plaatsen opzochten, zoo kalm, alsof zij nooit in twist waren geweest met don Antonio. De deur gleed opnieuw open. Het was een oud vrouwtje uit de steeg tegenover het huis van den kleinen Moor.

"Kom, kom, Antonio, maak je nu maar niet ongerust, beste vriend.... af en toe een beetje huilen.... kom, kom, dan zult ge wel oud worden.... Gisteren hadt ge meê moeten gaan, dat was goed geweest, zooals laatst.... hebben we toen geen plezier gehad samen.... schudt uw hoofd en 't liegt niet.... maar gisteren was 't glibberig op de rotsen, en regen.... regen.... ik heb wel driemaal mijn nek kunnen breken.... en dat zou toch jammer geweest zijn, niet waar, monsieur Crépieux?"

Gij hebt mij zoo dikwijls betooverd met uwe muziek, Antonio, maar dan was het altijd door dat, wat ik hier zoo uitsluitend in aantrof, dat reine en stillende; er is een ander deel in uwe kunst, dat mij soms bevreesd maakt: het is dat diepe, bovennatuurlijke; ik denk bij uw spel altijd aan wit en zwart; hier was het alles wit; ik kan het niet anders uitdrukken, liet zij er op volgen.

"Ja," antwoordde don Mathias, "het is mijn intendant. Elken keer als hij bij mij komt zegt hij mij dat ik van mijn kapitaal inteer ..." "Mijn waarde," antwoordde don Antonio, "ik verkeer in hetzelfde geval. Ik heb een zaakwaarnemer die al even slecht te spreken is als jou intendant.

Johan, die wel voelde hoe dit eigenlijk tot hem gezegd werd, was niets op zijn gemak.... wat drommel, konden die menschen hun vuil linnen niet en famille wasschen.... kwam die vervelende meid maar terug.... Antonio was ook al gevlogen.... als ze nu kwam, ging hij dadelijk weg.

Zijn vader en broeder bezaten een marionetten-theater, zijn zwager en al zijn familieleden waren menschen van het vak. En don Antonio verstond zijn kunst.

De indruk, door Mona dien avond ontvangen, duurde dagen lang voort, en menigmalen zat zij te peinzen met de hand in het weelderige haar, het hoofd op den elleboog geleund. In de schemering zaten zij zoo, zij in zichzelve verzonken. Antonio! zoo brak zij plotseling de stilte, waarom zijt gij naar Rome gegaan?

Zij zaten op eene open plaats, waar zij een ver uitzicht hadden in het verschiet, eene plek, die Kolb in den laatsten tijd tot zijne dagelijksche wandeling koos. Mona zag op naar den man, wiens blik aanhoudend westwaarts trok naar de ondergaande zon en het verschiet als wilde doorboren. Antonio, zeide zij, wat zoekt gij toch daar?

Heer Valentijn, uw vader is gezond; Wat zoudt gij zeggen van een brief van huis, Vol goede tijding? VALENTIJN. Recht dankbaar, vorst, zal ik Voor ieder blij bericht van ginds mij toonen. HERTOG. Nu, kent gij Don Antonio, uwen landsman? VALENTIJN. Ja, beste vorst, ik ken dien edelman, Als hoog in waarde en aanzien, en die tevens Niet onverdiend zijn schoonen naam bezit.