Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Een der oudere mannen stond op en nam het woord: »Hoe zullen wij ooit kunnen vechten tegen de Sibaoe's? Zij zijn veel behendiger in den strijd dan wij. Zij beschikken over allerlei tooverkunsten. Zij hebben machtiger antoe's. Naar mijn meening is het beter, in dit kamp de gebeurtenissen af te wachten." Kees gaf nu Petinggi Datoek een wenk. Deze trad naar voren.
»En welk nut zou het hebben er heen te gaan?" voegde een ander er aan toe. »Al kon men dat gebergte oversteken, wat hielp het? Men zou in de handen der Sibaoe's vallen en gesneld worden. De Sibaoe's zijn nòg erger duivels dan de antoe's." »Ja, dat is zoo!" beaamden alle aanwezigen.
Kees vervolgde: »Ik wil wel gelooven, dat er vele menschen in 't gebergte verongelukt zijn. Maar die zijn waarschijnlijk bij het vervolgen van het wild in afgronden gestort, of misschien zijn zij gesneld door op koppenjacht zijnde Sibaoe's." De Dajak had met een ernstig gelaat geluisterd, doch zeide nu: »De antoe's doen het, heer! Sibaoe's komen er in het gebergte ook niet."
»Ja, hij is dood!" herhaalde Amat. »De antoe's hebben hem naar beneden getrokken; dat is hun eerste waarschuwing," zei een der Dajaks met sidderende stem. Kees huiverde. Maar zich bedwingende, riep hij: »Vooruit, mannen! Ik zal voorgaan!" Zonder een woord te spreken, en diep onder den indruk van het gebeurde, gingen ze op weg.
Dit gesprek was door anderen gedeeltelijk aangehoord. Het zette de verbeelding in vlam en weldra kwamen de tongen weer los. De Sibaoe's bezaten tooverkrachten. Ze werden door machtige antoe's geholpen. Ze konden over de bergen vliegen. Kees trachtte die verhalen te ontzenuwen. »Waar de Sibaoe's langs kunnen, daar kunnen wij ook langs," zei hij. »We zullen zien, heer!
Na de verhalen der Tapangers over de koppensnellende Sibaoe's was hij niet erg verlangend naar een kennismaking met dien stam. »Zou je denken, dat het gebergte zoo ontoegankelijk is als Petinggi Datoek vertelde, of zou hij uit angst voor de antoe's hebben overdreven?" vroeg Kees aan Marti.
En wie kon hem waarborgen, dat er zich geen bijna onoverkomelijke beletselen op hun verderen weg zouden voordoen? Met argwaan hoorde hij de beide mannen nog lang met elkaar mompelen. Zeker maakten ze elkaar, onder den diepen indruk van het gebeurde, beangst met verhalen over de antoe's. Ongetwijfeld waren deze vertoornd op de vermetele menschen, die het waagden hun gebied te betreden.
»Kom maar vlug! De antoe's hebben ons toch ook geen kwaad gedaan. Maak voort, wij moeten verder!" »Ik voel, dat ze mij naar beneden zullen werpen, heer! Zij grijpen mij al bij de beenen," jammerde de Dajak. »Dat is de angst, lafaard!" brulde Kees. »Als je niet komt, gaan wij verder. En dan moet je daar dood hongeren. Er is geen andere weg!"
»Dat moèt toch wel, Petinggi; je vertelt zelf, dat ze hier komen snellen." »Misschien zult ge me niet gelooven, heer, en toch is, wat ik u nu zal vertellen, de zuivere waarheid. De Sibaoe's komen nooit door het gebergte heen! Niemand weet eigenlijk, hoè ze hier komen. Wij weten alleen, dat ze bedreven zijn in allerlei tooverijen, waardoor ze de hulp krijgen van hun antoe's en geesten."
»Komen we langs dat graf? Hoe ziet het er uit?" vroeg hij. »We komen er niet langs, heer, dat kan niet. De antoe's zouden ons zeker straffen. »Verbranden de Kenjaoe's dan hun dooden? Ik dacht, dat zij ze begroeven." »Ja, heer, tegenwoordig begraven de Dajaks hun dooden. Of wel ze plaatsen de lichamen op stellages in hooge boomen of op steile rotsen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek