Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Dan zouden de antoe's groote vriendschap voor de Kenjaoe's gaan koesteren. Ook hadden ze enkele dooden te betreuren. Die mocht men niet ongewroken laten. De Dajaks mochten hun eigen wetten van de bloedwraak niet verachten. Kees eindigde ten slotte: »Gij hebt u heden veel roem verworven. Maar onvergelijkelijk grooter zal uw roem zijn, wanneer gij in het land der Soengei-Sibaoe doordringt.

»U moet niet vergeten, dat de Sibaoe's altijd gewoon waren, onze dorpen op deze manier uit te moorden! We hebben dus geen enkele reden, hen te sparen. En bovendien: koppen zijn koppen, heer. Of ze van vrouwen, kinderen of mannen zijn, dat doet er niet toe. De antoe's zijn er tevreden mee en aan de bloedwraak is voldaan," antwoordde de Dajak. Kees kon er niet veel tegen in brengen.

Vermoedelijk hebben ze hem gedood, om de antoe's te bevredigen. Daar het een blanke was, durfden ze dat waarschijnlijk niet vertellen." »En waar zou dat gebeurd zijn?" »Aan de Soengei Tekoeng, heer," was het aarzelend bescheid. »Die man was een vriend van mij en ik kom berichten omtrent hem inwinnen," vervolgde Kees. »Komt u om zijn dood te wreken, heer?" »Het is nog niet zeker, dat hij dood is.

Kees maakte een ongeduldig gebaar en trok een spottend gezicht, doch zeide nog niets. De Dajak ging voort: »Mijn vader heeft mij vroeger verteld, heer, dat de Sibaoe's door de lucht komen vliegen. Hun antoe's helpen hen over het gebergte heen." Een toestemmend gemompel ging door de omzittenden. Een oude man kwam eenigszins naar voren en hurkte voor Kees neer. »Wat is er?" vroeg deze.

Hij was bang, dat deze trommen hen ontijdig zouden verraden. Maar de Kenjaoe's hielden vol, dat het geluid der trommen hun moed zou verlevendigen en bovendien de antoe's zou oproepen, om hen te helpen in den strijd. Ten slotte moest Kees er dan ook in berusten.

Al was hij een volgeling van Mohammed geworden, als gewezen Dajak kon hij het geloof aan tooverij en de hulp der antoe's nooit geheel van zich afzetten. Kees hernam: »Het is jammer, dat ze hier zoo bang zijn voor die Sibaoe's. Als ze durfden, zouden ze hun vijanden best kunnen verslaan en het land uitjagen. Ja, daar moet ik eens over nadenken en er met Petinggi Datoek over spreken.

De Dajaks toonen zich niet meer zoo bevreesd voor den Goenoeng Lawit en de Sibaoe's als in 't begin. Bovendien is hier in het dorp een Maleier. Ook deze schijnt hun gezegd te hebben, dat u wel in staat was, de antoe's en geesten in het gebergte te overwinnen. Heeft u dien man al gezien?" »Ja, hij heeft mij van morgen gevraagd, of hij mee mocht gaan."

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek