Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Het behoeft ons, Nederlanders, niet moeilijk te vallen, de goede eigenschappen van den Titus Andronicus te waardeeren. Het stuk was getiteld: Aran en Titus, of Wraak en Weerwraak. De dichter was een burgerjongen, een glazenmaker, zonder eenige kennis der Grieksche of Latijnsche taal; zijn naam, toen nog geheel onbekend, luidde Jan Vos.
AARON. Ik spoed mij, Andronicus; en welras Zult gij uw beide zoons weer bij u zien. O, die schurkenstreek Laaft, voedt mij reeds, nu ik er slechts aan denk! Dat goeddoen narren, bidden blanken sticht'; Doch Aarons ziel zij zwart als zijn gezicht! TITUS. O, hier hef ik deze eene hand ten hemel, En deze zwakke stomp hang' neer, ter aard. Heeft een'ge macht met arme tranen deernis, Die roep ik aan.
Met het oog op zijn werken mogen, ja, moeten wij dit gissen, en wij behoeven geen oogenblik aangaande het stuk in onzekerheid te zijn: zijn eersteling is ongetwijfeld Titus Andronicus geweest.
Er is ons geen novelle van Titus Andronicus bewaard gebleven, maar dat zij bestaan moet hebben, blijkt uit de novellen-verzameling van Painter, The Palace of Pleasure geheeten; in het tweede deel er van, dat in 1567 het licht zag, wordt in het voorbijgaan van Titus en meer bepaald van Tamora's wreedheid gewag gemaakt.
Er is een groote overeenkomst tusschen den Titus Andronicus en den Jeronimo; in beide is de held een eerbiedwaardig grijsaard, die voor de groote diensten, door hem bewezen, met de mishandeling en den moord der zijnen beloond wordt, en die, om wraak te nemen op zijn belagers, genoodzaakt is zich als een waanzinnige voor te doen.
De dichter had toen den ouderdom van dertig jaren bereikt; de tijd van Titus Andronicus lag reeds ver achter hem; hij had door enkele blijspelen, die de kenmerken van een jeugdiger, minder ervaren talent, maar toch ook in hooge mate den stempel van zijn geest dragen, zich geoefend, zijn eerste historiestukken waren voltooid.
Waarlijk, Andronicus, Goed strookt dit doen met uw gepoch, dat ik Het keizerschap aan u heb afgebedeld. TITUS. Ontzettend! welk een grof verwijt is dit? SATURNINUS. Maar ga vrij voort; geef 't wankelmoedig ding Aan hem, die daar zijn zwaard voor haar gezwaaid heeft.
Gij, brengt den doode, gij de moord'naars na; Laat hen niet spreken; duid'lijk is hun schuld; En bij mijn ziel, bestond er boozer eind Dan dood, dat erger eind viel hun te beurt. TAMORA. Ik wil den keizer smeeken, Andronicus; Wees zonder zorg om hen, het gaat wel goed. TITUS. Kom, Lucius, kom; tracht niet met hen te spreken. Een ander gedeelte van het woud.
Wees dus vol moed; want weet, mijn keizer: ik Betoover u den ouden Andronicus Met woorden, zoeter, doch gevaarlijker, Dan aas voor visschen, klaver is voor schapen, Schoon gene door den hoek verwond en deze Een rotkwaal krijgen van het zoete voêr. SATURNINUS. Doch nimmer smeekt hij tot zijn zoon voor ons.
Het rom. treurspel, waarvan Livius Andronicus de eerste dichter was, is op weinige uitzonderingen na in vorm en inhoud eene navolging van het grieksche gebleven, sommige Rom. schreven zelfs stukken in het Grieksch. C. aangelegd, van Beneventum over Aequum Tuticum, Aecae en Canusium naar Brundisium. Ofschoon in het leger opgegroeid, was Traianus een uitstekend vorst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek