United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja wel," zei de Amerikaan, "of de volle laag." "Overdrijf nu niet, meester Land," hernam ik. "Wij hebben niets van den kapitein te vreezen, maar ik deel ook niet in het gevoelen van Koenraad. Wij kennen het geheim van den Nautilus, en ik denk niet dat de kapitein, door ons de vrijheid te schenken, er gemakkelijk toe zal overgaan dat geheim door ons wereldkundig te maken."

Dit vond de dorps-magistraat wel wat zonderling, dat er een landgenoot van hem zich bevond bij een gezelschap fransche kunstenmakers. Hij gaf zijne verwondering hiervoor te kennen. Cascabel maakte hem echter opmerkzaam dat er wel is waar een rus bij hem was, maar ook een amerikaan namelijk Kruidnagel, en eene indiaansche, namelijk Kayette.

"Welnu, mijnheer de natuurkenner," vroeg de Amerikaan op spottenden toon, "waar is nu de Middellandsche Zee?" "Wij varen op haar oppervlakte, vriend Ned." "Wat," vroeg Koenraad, "van nacht?..." "Jawel, van nacht zijn wij in eenige minuten onder de onovergankelijke landengte heengevaren." "Ik geloof er niets van," antwoordde de Amerikaan.

Wij voor ons gelooven aan die waarschijnlijkheid wel het allerminst. Maar, wie had nu gelijk? De Engelschman, of de Amerikaan? Dat was zeer moeielijk uit te maken.

"Zoo iets had ik nooit kunnen gelooven," zei Koenraad. "En ik geloof het nog niet," antwoordde de Amerikaan. "Als wij weer aan land komen," voegde Koenraad er bij, "zullen wij verzadigd zijn van al die wonderen: maar wat zullen wij dan wel denken van die ellendige landjes en al dat nietige werk van menschenhanden! Neen, de bewoonde aarde is onzer niet meer waardig."

Van uit zijn mastkorf kon de Amerikaan door zijn kijker ons dek geheel overzien. En wij wilden een zoo goed mogelijken indruk maken. Wij waren nu zoo dicht bij elkander, dat wij van ons dek het geheele schip konden overzien.

Op dat oogenblik kwamen Koenraad en de Amerikaan binnen met een kalm en zelfs vroolijk gelaat; zij wisten ook niet wat hun wachtte. "Jongens, mijnheer," zei Ned Land, "uw kapitein Nemo, de duivel hale hem! heeft ons een zeer aardige uitnoodiging gedaan." "O, zoo," zei ik, "gij weet dus...."

Een door den genoemden Amerikaan verzorgde Gaffelbok bereikte een ouderdom van bijna 3 jaren en wierp in dezen tijd ieder jaar geregeld zijne hoornen af, zoodat niet alleen de wisseling der hoornen, maar ook hun verdere ontwikkeling tweemalen waargenomen kon worden.

Ik had een gevoel alsof mijn lot en mijn toekomst nu reeds onherroepelijk beslist waren. Ik zat daar zoo goed, zoo vast, zoo rustig, zoo veilig, dat het mij haast onmogelijk leek, dat daar nog eenige verandering in zoude kunnen komen. Dat was nu eenmaal zoo, en dat bleef zoo, ik had mij verder maar vanzelf te laten leven. De Amerikaan is gastvrij van aard, maar ook nieuwsgierig.

"Dat moeten wij onderzoeken, Max!" zei de Amerikaan. Beiden gingen naar het afdak en beschouwden het kleintje. Ja, op het eerste gezicht zou men zeggen, dat het een aap was, maar het trof John Cort dadelijk, dat hij hier geen vierhandig, maar een tweehandig wezen voor zich had.