United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Do was over alle de werlt ein al te groeten sterfte, also dat de eyne den anderen kume begraven kunde, ofte dat d' ene daer by den anderen niet blijven kunde in syn lesten omme de overvloedicheyt der siekede. Ende hieromme werden aller wegen de Joden gedodet, want men gaff eher de schult der siekede."

Ic en weten op eerde gheboren niet, Dien ic so verre betrouwen soude, Ginckic met hem spelen in den woude, Hi en soude met mi doen sijn gherief. Daertoe hebbic u te lief, Sanderijn, wel scone wijf, Dat ic onteren soude u lijf, Scone maghet, haddicx die macht; Also en was ic nie bedacht, Dat ic u doen soude enege scande.

Het is begrijpelijk dat eene vrouw van hare gaven onder een klein aantal geestverwanten op den voorgrond kwam, dat men tot haar opzag, dat zij daardoor neiging kreeg tot zelfverheffing, dat zij kwam tot uitspraken als deze: "ic en gheloefs ooc niet, dat enich mensche levet daer God also sere af ghemint es". Doch er is een groote afstand tusschen al of niet rechtmatige zelfverheffing en ketterij.

Ay edel ridder van hogher aert, God, die alle dinc vermach, Die moet u gheven goeden dach, Edel ridder van herten vri. O scone maghet, god die si ons bi Ende moet u ende mi in doghden sparen, Ende van allen quaden bewaren, Ende sonderlinghe van niders tonghen, Also dat niet en werde ghesongen Van ons beiden eenich quaet.

En also voor my die ontdekkingen onnaspeurelyk scheenen, soo heb ik sedert eenige jaren myne ondersoekingen daar ontrent gestaakt.

Also of the tedious Captivity of 36 Men, who got ashore upon that Isle; and of the Escape of 8 of 'em to Japan, and thence to Holland. First publish'd in that Country by the Clerk of the Ship, who was one of them that escap'd: since Translated and Abridg'd. Het verkorte verhaal vermeldt de schipbreuk, op reis van Batavia naar Japan, en eindigt met den terugkeer in Holland op 20 Juli 1668.

Zie JANCKO DOUWAMA'S Geschriften, 508 en Inleid. 45. Hij raadt zijne vrouw, hunne zonen liever naar Parijs of Orleans ter studie te zenden, omdat het "aldaer niet also costumelijck is to drincken, alst in dese Nederlanden wal is!"

Mi es emmer also te moede, Om dat ic lach daer in ghewonden, Doen ic te vondelinghe was vonden; Ic bender seker af gheboren: Mijn herte seghet mi te voren, Want ic daer in ghewonden lach. Ic nemmermeer vroude ghewinnen en mach. Ic en hebbe vonden mijn gheslachte, Ende die mi oec te vondelinghe brachte. Ic souts hem danken, bi Apolijn!

Maar het talent van den navolger schoot te kort; de dwang van MAERLANT'S kunstig gebouwde strophe belemmert hem voortdurend in het voorwaartsgaan en hij was zich daarvan wel bewust, toen hij schreef: Mijn conste en es niet also groot Als Jacops hier te voren. Toch is hier nog in het kiezen van dien vorm een streven naar kunst.