United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Scheidliederen zijn no. 70, 86, 96, 108; aan de wachterliederen doet no. 72 denken; nieuwjaarsliederen zijn no. 59, 60, 75, 76: in no. 45: "den Mey die ic u minlic gheve"; voorts no. 2, 15, 33, 35, 51; de "niders" in no. 84. Beurtzangen in no. 5, 7, 21, 53, 54, 55, 68, 71, 75, 91. no. 16, 17, 26, 27, 38, 42, 71, 86, 121. Vad. Mus., II, 197, vs. 61 vlgg.

MAERLANT had zich ook hier weer een vertegenwoordiger van zijn tijd getoond, want in zijn werk vooral vinden wij die klachten over het "beniden", de "niders" en de "nidechede" onder degenen voor wie zijn werk bestemd was . Doch in de 14de eeuw zien wij de critiek toenemen.

Zooveel is echter wel zeker, dat zij tot de hoofsche poëzie moeten worden gebracht. Elders herkennen wij in "dier verreder ghevensde tale" de klachten over de "niders" waarvan de hoofsche minnepoëzie vol is. Hier en daar hooren wij een couplet of een paar verzen die ons een goeden dunk van het geheel geven. Zoo b.v.: En mach verberghen in gheen hol Hem lief vor lief, die liefs es vol.

Een enkel behelst klachten over de "niders" . Maar ook, hoe menig fraai lied is hier te vinden! Het aardige lied op den leeuwrik, dat aanvangt: Aloëtte, voghel clein! Dyn nature es zoete ende rein, So es dyn edel zanc; Daer dienstu met den here allein Te love om sinen danc.

Ay edel ridder van hogher aert, God, die alle dinc vermach, Die moet u gheven goeden dach, Edel ridder van herten vri. O scone maghet, god die si ons bi Ende moet u ende mi in doghden sparen, Ende van allen quaden bewaren, Ende sonderlinghe van niders tonghen, Also dat niet en werde ghesongen Van ons beiden eenich quaet.