United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met Therasia vormt het als het ware den wand van een ontzaggelijk kratermeer, dat met de zee in verbinding staat. In voorhistorischen tijd is de krater tot uitbarsting gekomen, en daarna ingezakt. In historische tijden zijn er in dit bekken uitbarstingen geweest in 197/6 v. C. en in 46/47 n. C., misschien ook in 66 v. C. In 197 of in 66 is het kleine eilandje Hiera, in 46 n.

Scheidliederen zijn no. 70, 86, 96, 108; aan de wachterliederen doet no. 72 denken; nieuwjaarsliederen zijn no. 59, 60, 75, 76: in no. 45: "den Mey die ic u minlic gheve"; voorts no. 2, 15, 33, 35, 51; de "niders" in no. 84. Beurtzangen in no. 5, 7, 21, 53, 54, 55, 68, 71, 75, 91. no. 16, 17, 26, 27, 38, 42, 71, 86, 121. Vad. Mus., II, 197, vs. 61 vlgg.

Cethegus, consul 197, versloeg de Insubriërs en Cenomanen in Cisalpina. Corn. Corn. Dolabella, praetor in 81, propraetor in 80 en 79 in Cilicia, zoog de provincie uit. Zijn legaat C. Verres hielp hem hierbij, doch verschafte later de bewijzen om hem te doen veroordeelen. Dolabella, berucht om zijne uitspattingen, was met Cicero's dochter Tullia gehuwd tegen diens zin.

De "witte wive" van Lochem, de meesteres van alle witte witte op de Veluwe, Salland, den Achterhoek, de Twenthe, is hier wel eenigzins gefatsoeneerd. De sage is ontegenzeggelijk belangrijk, als zou 't alleen maar zijn om den leuken boerschen humor op blz. 197, waar Herbert's ouders een proces winnen ... waarmede ze hun spaarpenningen verliezen.

Het hs. is waarschijnlijk geschreven door zekeren MARTIJN van Thorout in de abdij van EENAME bij Oudenaarde. Zie over dat hs. Belg. Museum, III, 197 vlgg.; NAP. DE PAUW, Mnl. Gedichten, II, Inleid.; PRIEBSCH, Deutsche Handschriften enz., no. 177.

Zie Wolf, Niederländische Sagen, passim; Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, passim; Hofdijk, Kennemerland; De Cock, Brabantsch Sagenboek III, bl. 1 160, 197, 280; Welters, Limb. Legenden I, passim, II, bl. 93; Poelhekke, Woordkunst, bl. 87; Dr. J. F. D. Blöte, Das Aufkommen der Sage von Brabon Silvius, dem brabantischen Schwanritter, in de Verhandelingen v.d. Koninkl. Akad. v.

De wet werd aangenomen, en Popilius ontsnapte alleen aan een veroordeeling door de partijdigheid van den praetor. De wet werd niet aangenomen. De vrede met Philippus van Macedonia was in 197 gesloten. Daarom lieten de volkstribunen Q. Marcius Rex en C. Antinius Labeo den vrede door een plebisciet bekrachtigen.

Was nu het denken eene functie der hersens, zoo zou eten en groeijen hierbij de geestelijke ontwikkeling even goed moeten doen toenemen, als de vorming en afleiding van zekere stoffen bij andere ligchaamsdeelen zie blz. 197.

Proza, blz. 5-6, 15, 20-21, den aanvang der Epistolae; Gedichten, bl. 179, vs. 107; 207, 29; 197, 43; 204, 5-10; 210, 25-28. Proza, bl. 54, 56. Was dit verbod misschien, evenals bij sommige Duitsche mystieken, uitgelokt door te strenge ascese? Proza, bl. 34; 119, 129, 141; 134; 122. Ook het artikel van PAUL FR

Onder hem en zijn opvolger breidde Bactria zich uit tot een grooten, bloeienden staat, die een duizendtal steden telde. Baduhennae lucus, woudstreek in het land der Frisii, misschien de tegenw. streek Zevenwolden. Het behelsde, dat niet jaarlijks zes praetoren zouden gekozen worden, zooals sedert 197 geschiedde, doch om het andere jaar slechts vier. De wet is spoedig weer afgeschaft.