Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Als er maar een element van toewijding is! Jaren later heb ik in denzelfden Jordaan het zoogenaamde palingoproer bijgewoond. Het Gemeentebestuur had een aloud volksvermaak verboden, waarbij een paling aan een touw boven het grachtwater hing en gegrepen moest worden door een onder het touw door varenden man. Zoo iets als het katknuppelen, maar weer wat anders.

"Heer Aloud beveelt," riep de schildknaap, "dat het dezen minstreels aan niets ontbreke, en men verleene hun een nachtverblijf!" "Welkom, brave zangers, welkom!" riep de dikke keldermeester, die nu geen last van kiespijn scheen te hebben, hun toe. "Nu krijgen ook wij ons lied, evengoed als de groote heeren in de burchtzaal. Gaat zitten, gaat zitten, en laat uwe kunst hooren.

"Maar vrees dan, booswicht, ook uw straf!" Zegt Jonkvrouw Bertha zonder beven. "Geen lid van mijn aloud geslacht, Dat een bevel van roovers acht!" Met galmt haar hulproep door het woud En tracht zij moedig zich te weren. Daar klinken stemmen in het hout, Die Bertha's moed en kracht vermeêren. "Mijn bruigoms stem, die redding meldt, Nu buk ik nooit voor ruw geweld! Te hulp, te hulp!"

Een Hollandsche! De dappere edelvrouwe is vrij!" Opnieuw deed zich een daverend gejuich hooren, waaraan Aloud tevergeefs een einde trachtte te maken. Wel stonden er schutters achter hem, doch zij waren niet talrijk genoeg, om de zaal te doen ontruimen. Te laat begreep Aloud, dat hij vreeselijk onvoorzichtig was geweest, door de deuren voor iedereen open te zetten.

"Leven Van Borselen en zijn trouwe Aloud! Op den ondergang der steden!" Daar nadert een schildknaap Heer Aloud, en meldt hem, dat een minstreel met zijne genooten toegang vraagt. "Een minstreel? Een minstreel?" klinkt het van alle zijden. "Dat hij binnenkome! Laat hij spelen en zingen! Zang hoort bij wijn en wijn hoort bij zang. Leve de muziek!"

"O, wees toch niet zoo wreed, zooveel onschuldigen te dooden, alleen omdat zij getrouw waren aan mij, hunne meesteres! Heer, geef hun genade, ik smeek het u." Aloud stond op. Een onmenschelijke glimlach ontsierde zijn gelaat. "Doe uw werk, beul," gebood hij. "Geen genade voor die opstandelingen tegen hun wettigen Graaf. Zij zullen hangen!" Het werd rumoeriger onder de toeschouwers.

Het werd rumoeriger onder de menigte. Hoor, klonk daar zelfs geen kreet? "Weg met Aloud! Den dood aan Aloud!" Doch de kreet werd niet beantwoord, al tintelden de oogen van hen, die hem hoorden en al werden ook gretig de halzen gerekt, om te zien, wie den moed had, dien kreet te slaken. Zou die monnik, daar tusschen de pilaren van het stadhuis, de vermetele zijn?

Dreigend heft de monnik, wiens gestalte eer die is van een ridder of edelman dan van een geestelijke, die zich in het sombere klooster terugtrekt, om vrede te zoeken voor zijn ziel, de vuist op tegen het hooge gebouw, vanwaar Aloud zijne eigenmachtige bevelen uitvaardigt.

"Ik heb het gezegd, Edele Heer!" hernam de grijsaard met waardigheid, als was hij beleedigd door die vraag. "En ik wil uwe woorden geenszins in twijfel trekken, oude," hernam Heer Aloud, die zich in de hoogste mate gestreeld voelde door de vereerende boodschap, welke de grijsaard hem overbracht. "Integendeel, heb dank voor uwe tijding. Gij zult over uw bodeloon tevreden zijn."

Draagt dat de goedkeuring van u allen weg?" "'t Is schandelijk!" riep eene stem uit de menigte. Iedereen keek verschrikt op. Wie durfde het wagen, zijne stem te verheffen tegen den gevreesden Aloud, die op dit oogenblik den persoon des Graven vertegenwoordigde? Dat was al te vermetel!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek