Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Doch de schildknaap stoort zich niet aan het geroep der gasten. Hij wacht het antwoord van Heer Aloud af. "Hij kome binnen!" zegt deze. Weldra wordt het tapijt opnieuw terzijde geschoven, en onder het gejuich der gasten treedt de minstreel, door zijne dienaren, vijf in getal, vergezeld, de zaal binnen.

Nu is Heer Aloud, Van Borselen's getrouwe handlanger, tot Baljuw benoemd." "Zulk eene dwingelandij gaat alle perken te buiten!" riep Gijsbrecht vertoornd uit. "Maar dat kan niet lang duren! Wanneer de beleedigde edelen zich met de verdrukte steden verbinden ...." "Is zijn rijk ten einde," vulde de Bisschop aan.

Zoo kregen allen eene beurt, en eindelijk kwam de laatste. 't Was dikke IJsbrand. Hij wist zijn lot reeds vooruit, want al acht hadden er een Hollandschen penning getrokken. Toch trad hij nader en greep het overgebleven balletje. Het bevatte een Leuvenschen penning. "Dat de beul en zijne knechten komen!" beval Aloud den bode. "Het vonnis zal onmiddellijk worden voltrokken!"

"Een schoone riem, Heer," zeide Fulco. "Toch kan ik hem u voor weinig geld geven; slechts achttien denariën. Valt u dat niet mede?" "Dat is niet duur!" riep Aloud vergenoegd uit. "Mijn vorige riem is op verre na zoo mooi niet en kost mij de helft meer. De koop is gesloten, hoor." "En deze dolk, kramer?" vroeg de schildknaap weer. "'t Is de mooiste uit de geheele verzameling, Jonker," zeide Fulco.

Andere voorwaarden, Edele Heer, zijn niet gesteld. Ik heb de bezetting gevankelijk naar deze stad gevoerd, en het staat aan u te beslissen, hoe de loting zal plaats hebben." Heer Aloud richtte nu het woord tot Bertha en vroeg: "Erkent gij, Vrouwe van IJselstein, de waarheid van die bepalingen?" "Ja, Heer," klonk zacht het antwoord, "op die voorwaarden heb ik den burcht overgegeven.

Ik ben er niet tegen dat er, met het oog op het aloud gebruik, ook vuurwerk gegeven wordt: zonnetjes en bengaalsch licht zijn heel mooi en aardig, maar ik geloof niet dat we de donderpotten noodig hebben, die de 'teniënte mayor' heeft voorgesteld.

Zij gingen zonder leven te maken verder en kwamen aan de deur, die naar buiten voerde. Fulco opende die. Nu waren zij buiten; zij waren gered. Neen, toch niet: daar stond een wachter aan de brug. "Wie daar?" riep deze. "De minstreel en zijne dienaren!" riep Fulco. "Heer Aloud gelast u ons door te laten." Maar de wachter was voorzichtig. Hij kwam naderbij en beschouwde hen met aandacht.

En met geestdrift worden die woorden door het volk herhaald. "Weg met Aloud! Den dood aan Van Borselen!" Die kreet gaat van mond tot mond, al klinkt hij ook nog niet uit volle borst, en gaat over in een dreigend gegons, dat zich over het geheele marktplein verbreidt. Daar heft de monnik de hand op en wijst naar de opgerichte galgen.

Welnu, dan zullen we sterven met het zwaard in de vuist. Liever den dood op de muren dan den dood op het schavot. Nog is de burcht mijn, Heer van Vianen, en versta goed wat ik zeg: nog liever geef ik hem over aan een verterend vuur en storten wij ons in de vlammen, dan dat wij ons overgeven om een vonnis te ontvangen van Aloud, den onrechtvaardigen. Bedenk het wel, Vianen!

Slechts één van hen was een edelman, Nicolaas van Putten genaamd, een braaf en vroom man, die het recht liefhad en niet dan noode zich bukte voor de willekeurige handelingen van den Baljuw. "Zijn alle schepenen tegenwoordig?" vroeg Aloud, terwijl hij in den rechtstoel plaats nam. "Allen," klonk het korte antwoord.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek