Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Dat zal u leeren, sprak de man, eerlijke menschen kwellen die op bedevaart gaan. Want gij moogt het wel weten ik ook ga naar Alsemberg, volgens aloud gebruik, om Onze-Lieve-Vrouwe te bidden, een kind te willen doen afkomen, dat mijne vrouw ontving terwijl ik op reis was.
Wie zou het durven wagen de hand op te heffen tegen den gunsteling van den machtigen Van Borselen, die in's Graven naam het bewind voerde en die zijne handlangers steeds aanmoedigde, den adel te verheffen ten koste van de burgerij? Wie zou het zwaard durven trekken om hem te treffen? Neen, Aloud zat gerust op zijn kasteel Crayenstein, en hij vierde feest met zijne vrienden.
Zie mijne tranen, Heer, en erbarm u. Genade, smeek ik u, o, heb toch genade! Moet mij dan alles ontnomen worden? O, laat mij die dapperen behouden ..... " "Voort met hen!" bulderde Aloud. "Geen genade voor de opstandelingen! Alle acht zullen zij hangen en gij, Vrouwe van IJselstein, gij en de anderen, die de galg ontloopen, gij allen zult gekerkerd worden.
Uw kasteel wordt nog niet belegerd, doch lang zal het wel niet meer verschoond blijven, want Baljuw Aloud maakt zich tot het beleg gereed, en Vianen, die gisteren teruggekeerd is, heeft het bevel op zich genomen. Dus als ge nog tijdig op den burcht wilt aankomen, zult ge u moeten haasten." "Ik ga terstond en hoop nog dezen nacht aldaar aan te komen," antwoordde Gijsbrecht.
Maar niemand kon den schuldige ontdekken, hoewel de mannen, die rondom den forsch gebouwden monnik stonden, wel wisten, wie het deed. Aloud stond op en toornig zag hij de menigte aan. "Ik duld hier geen tegenspraak, verstaat gij dat, poorters van Dordrecht? De eerste, die het weer waagt, zijne stem te doen hooren, zal ik laten oppakken en doen opsluiten. Ik laat niet met mij sponzen!"
Gijsbrecht daarentegen werd voortdurend woester en krachtiger. Daar hief hij het zwaard op, en met duizelingwekkende snelheid daalde het op Vianens hoofd neder. Met verbrijzelden schedel stortte deze achterover op den grond. Intusschen was de opstand algemeen geworden. Aloud verdedigde zich met wanhopigen moed, maar hij was verloren.
't Was Heer Nicolaas van Putten, de eenige, die zich machtig genoeg voelde, Heer Aloud te durven zeggen, wat hij dacht. Toch behoorde daar moed toe, want voor Alouds willekeur en wreedheid was niemand veilig. "Heer Baljuw," sprak hij met ernst en waardigheid, "het is verre van mij, om den Heer van Vianen zijn recht op de bezetting van het veroverde IJselstein te betwisten.
"Dat dan de gevangenen binnengebracht worden, en verzoek den Heer van Vianen, die beneden wacht, hier plaats te nemen." Na een korten tijd trad Vianen binnen. Heer Aloud ging hem tegemoet en begroette hem met eerbewijzingen. Daarna liet hij hem ter zijde van de tafel plaats nemen. Spoedig traden ook de gevangenen binnen, begeleid door een aantal gewapende krijgslieden.
Eindelijk nog eisch ik op staanden voet de uitlevering van den dienaar, die mij mijn kind ontroofd heeft. Voor hem is geen genade!" "En welk lot zal der bezetting ten deel vallen?" vraagt Bertha. "Haar vonnis zal worden uitgesproken door Heer Aloud, 's Graven Baljuw," antwoordt Vianen. "Dat vonnis zal dus de dood zijn," herneemt Bertha somber. "Heer Aloud kent geene andere vonnissen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek