Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Ik wil alleen zijn, en zoo mij dit niet vergund wordt, zal ik naar een ander verblijf moeten uitzien." "Mij dunkt," zeide ik, Heynsz aanziende, "dat Mejuffer niets onbillijks vordert." "Integendeel!" zeide hij: "zij spreekt als een boek: ik was in erreur. Allons! Mijne Heeren: gij hebt gehoord de intentie van Mejuffer. Kom, vriend Helding! opgemarcheerd."

Die moet jij koopen, van Dorsen, allons, die bij opbod, éen gulden voor van Dorsen, ? je moet de vrouw wat meebrengen jongen, voor de eerste, voor de tweede, niemand niet? voor de derde maal, voor van Leeuwen. En de borden worden over de hoofden heen, van de eene hand naar de andere geduwd, tot zij toevallig nog heel bij den kooper belanden.

En hij schikte er voorzichtig Go's bloemen in. "Zullen we de rest nu maar niet allemaal in het tafelkleed knoopen?" "En dan begraven! Hoe maak-je 'n kuil?" "Met je voeten en je handen, en boomstronken." "Nu; allons.... zoo'n inspanning is goed voor de spijsvertering." "En we planten 'n gedenk-eik op het graf...."

»We zullen ze weer in het water jagen, dat is hun element!" lachte een tweede. »Hallo paard, vooruit! Die ellendige modder, de beesten kunnen er de pooten haast niet uit optrekken. Toe, allons, vooruit!" De sporen drongen het dier diep in de zijden... »Die kaerels daar schijnen werkelijk te willen vechten!" zei de Overste. »Zijn ze gek geworden? Ze zien er uit, of het hun waarlijk ernst is."

Maar Emilie schrikte en beweerde, dat ze geheel en al vergeten had naar den kelder te gaan zien. Hoe is het mogelijk, dat je dat vergeet! Hoe onverantwoordelijk! riep Marie uitgelaten. Allons, vooruit, naar den kelder, naar den kelder... En zij duwde de dikke Emilie, die gilde, de twee trappen in éen ren af, naar den kelder toe. Hoofdstuk XXVIII.

De commandant wil tegenstand bieden, maar reeds het "Vive l'Empereur" dat van de wallen weerklinkt, is het antwoord zijner soldaten. De troepen weigeren en van alle bastions klinkt het bekende kazernelied: Nous allons voir le grand Napoléon, Le vainqueur de toutes les nations. De poorten worden geopend en met gejuich wordt de Keizer ingehaald. Wel mocht Napoleon later op St.

Wacht, ik zal je kietelen, hoor.... Hier, allons! je beenen in je broekspijpen. Lastige meid, je staat geen oogenblik stil... En handjes thuis, s'il te plait, je maakt al mijn haar in de war. Kom, knoop zelf je jersey dicht, hoor! Denk je, dat ik alles voor je doe! Nu, waar is de borstel...? Wacht, ik zal ook even een kam halen! En mijn rood lint! riep Tina van haar stoel.

Toe, Eline, laat je dan hooren, kindlief, we smachten naar je sirenengeluid! ging Léonie door in een onuitbluschbare levendigheid; ik zal je accompagneeren met mijn doigts de fée. Heusch niet, Léo, niet vanavond.... Ik ben niet bij stem. Niet bij stem? Ik geloof er niets van! Kom! Allons, chante, ma belle! Wat moet het zijn....?

Frederik lacht zoo'n beetje in zich zelven; hij bukt naar de opening van den oven en roept: "Monsieur, allons, ici! Allons, ici!" En wat kroop er te voorschijn? De fransche chasseur. "Hemelsche goedheid!..." roept de schout. "Pardon, monsieur!" roept de Franschman. "Schout, wie heeft de weddingschap gewonnen?" vraagt Frederik. "Hier is de Fransoos en hier is ook de hond! Wie krijgt nu uw Fieken?"

"Ready?" schreeuwde Beerenstijn, die met den agent naar beneden was geloopen. "Een, twee, drie, zeven, negen, elf. We zijn compleet," telde Gerard de leden. "Hoe gaan we nu verder?" "We blijven bij elkaar; eerst naar Frieda's huis; allons, enfants." 't Was doodstil op straat, en 'n koude nacht. Ze werden vanzelf er allemaal kalmer door.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek