Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Pas toen het stil was, buiten en in huis, héél stil, terwijl hij, al z'n bovenkleeren aan, om gauw weer op te kunnen zijn, daar op z'n stoelen lag in 't voorkamertje, waar de maneschijn, strak-geluidenloos en mysterieus, naar binnen stond, kwam Paul tot ordening van gedachten en tot vol besef van wat hij had ondervonden dien dag.... O! dit was dan misschien nog niet 't allerhoogste, het alleropperste geweest zijn ziel geloofde aan nog trotscher rijzing, nog onbegrijpelijker zaligheid, en droomde er van , toch wist hij nooit het goddelijke zoo dicht te zijn genaderd.... En 't was niet voor een oogenblik, een uur, een dag..., 't zou duren, hij behoefde 't nimmer te verliezen.... Zóó zou hij altijd hooger kunnen komen.... Wat wondere inspiratie kwam hem toch van haar?... Wat was dat toch dat in haar oogen blonk en lachte om haar mond?... Wat vreemde schoonheid, die niet in de buitenwereld was, maar in de menschen-ziel, en die hij vroeger nauwelijks vermoed had!... Want dit was niet z'n eigen ziel, de hare was 't waarin die zuivere schoonheid lag, die hem nu diende als een tooverglas waardoor hij niet alleen de wereld, de natuur, maar ook de menschen, ál de menschen-zielen schoon en heerlijk zag.... O! Tot nog toe had hij nog maar half geleefd, schuwend de menigte in eenzelvigheid.... Zijn toekomst!... God!
Ze waande het paradijs te zien, den zondvloed, den toren van Babel, steden die in vlammen opgingen, stervende volken, omgestorte afgodsbeelden; het ontzag voor den Allerhoogste bleef haar bij uit deze zinsbegoocheling, de vreeze voor Zijn gramschap. Daarna zat ze te schreien, luisterend naar het lijdensverhaal.
Glorificamus te!« dat is: »Glorie aan God in den allerhoogste, en vrede op aarde, den menschen van goeden wil! Wij loven U! Wij zegenen U! Wij aanbidden U! Wij verheerlijken U!« Maar Pinzons blijde tijding liep op eene groote teleurstelling uit, want het land, dat men meende te zien, werd niet gevonden. Wolken en nevelen hadden hun bedrieglijk spel gespeeld.
Ik zeg je, hij zal niet komen omdat ik hem niet liet roepen. Tot straks." "Maar pa, om Godswil!" "Gods wil is niet de leugen, Coba. Spaar me. Je weet wat ik, sinds ik dat Liederenboek moest vinden, aan mijn eenig kind te vergeven heb, en dagelijks bid dat de Allerhoogste rechter haar vergeven zal. Laat me gaan. Nee, weerhoud me nu niet." "Och papa, mijn lieve papa!" "God zal je vergeven Coba.
Over de allerhoogste bergen en bergpassen van de wereld tijgt zulk een troepje politici naar een stad, die tien of twaalf dagreizen is verwijderd, om wetten uit te vaardigen, die nooit zullen worden nagekomen, daar er niemand is, die zou kunnen zorgdragen, dat ze werden uitgevoerd.
Consignes, lezer, zijn zéér geheim, en worden fluisterend overgegeven. Géén meerdere, al ware het mijn allerhoogste chef Snijders zelve, heeft het recht, mij naar mijne consignes te vragen.
In de kamerdiepte stond een ebbenhouten bed, welks ligmat uit riemen van ossenleder was gevlochten. Er boven hing een gouden beukelaar, die glansde als een zon. Antipas ging dwars de zaal door en strekte zich uit op het bed. Phanuel bleef opgericht staan. Hij hief den arm en sprak, als in bezieling: "De Allerhoogste zendt bijwijlen een zijner zonen. Jaokanann is een van hen.
Dat najagen van het vroeger onbereikbaar geachte, dat willen van den overtreffenden trap, leidt hen tot wat somtijds verkwisting op reusachtige schaal gelijkt. Biedt eenig gebouw geen ruimte genoeg, voldoet het niet aan de allerhoogste eischen, het wordt onverbiddelijk neergehaald en vervangen door een ander, nòg grooter, nòg moderner, nòg practischer dan zijn voorganger.
En eenmaal, toen zij weer hare gebeden opzond tot den Allerhoogste, schoot haar plotseling als een bliksemstraal de gedachte door het hoofd: "Waarom zou ik zelf niet naar Petersburg gaan en den machtigen Czaar om genade voor mijn vader smeeken?" Die gedachte verliet haar geen oogenblik meer, maar zij durfde er met hare ouders niet over spreken. 't Was immers toch een onmogelijkheid?
Als met het leven in de hand waren zij de wildernis ingetrokken, niet gedreven door de zucht, zoals sommige schrijvers het tans nog durven voorstellen, bandeloos en wetteloos te zijn, maar integendeel voortgezweept door de drift naar vrijheid, door de Allerhoogste Zelf in hun boezem geplant.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek