Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Wel dat vuurwerk... Hij had er zoo op gerekend... Gij denkt maar aan Albertken, verweet zij, hebt ge de andere kinderen niet hooren schreeuwen van schrik. Dat gaat over, bepeinsde hij, nog een paar slagen en zij waren het gewoon geweest... Maar hebt ge nu in uw leven zoo iets gehoord, schuddebolde Madame gebelgd.

's Anderdaags vertelde hij Sander wat zijn kleinzoon hem gezegd had. Die jongen zal het ver brengen, meende de Speeker, ge moet hem leeren speeken. Ja, zei Snepvangers zonder overtuiging... Hij heeft gelijk over het huwelijk... Hij werd onderbroken door zijn vrouw die hem riep. Ik kom, antwoordde hij gedwee maar treuzelde nog even, hoe oud is Albertken? Zes jaar...

In hun verbeelding kweekten zij samen met zooveel bijval dat de hokken te klein bleken voor het gevogelte. Intusschen sprenkelde en morste Albertken aan de waterkraan. De eerste kanarievogels waren groen, leerde Snepvangers. Dat moet ge mij niet wijsmaken, weerde zich Albertken. Manneken toch!... Ik zeg niet dat ge beuzelt, Grootva, maar dan hebben ze u wat wijs gemaakt...

Grootmoeder had het gehoord en zij was in een goede bui. Wel ja, Snepvangers, gaf zij toe, ge moet toch iets voor uw plezier doen en Albertken zal het ook amuseeren... 't Is voor Albertken, loog Snepvangers. Een uur later droeg hij wat rommel van de kamer, begon te passen en te meten en droomde van een modelkooi. Hij zou Willems en de Klakkenmaker eens verbazen.

Dank, Snepvangers... ik heb nog over dat woord nagedacht... het was zoo boos niet bedoeld... alle fortuinen worden zoo opgebouwd... met arbeid schraapt men het niet bijeen... Antoine zal niet slechter zijn dan anderen... 't Is een van den nieuwen tijd, Miranda... 't is misschien wel woeker... maar Albertken en de kinderen zullen er later goed bij varen...

Craen en zijn vrouw hadden na lang aarzelen geweigerd mee te gaan, zij zagen op tegen het lange treinrit en bleven liever in de nabijheid van Albertken, Er werd geschreven aan de reisagentie, zij ontvingen bericht dat het geld was toegekomen en het vertrek uit Brussel vastgesteld op 20 Juli. De laatste dagen vóór het vertrek brachten beslommeringen van allen aard.

Spitsken werd besteed bij Craen, nieuwe reiszakken werden gekocht en gevuld met nieuwe spullen, afscheid werd genomen van de kinderen en Albertken, van de kennissen. De kousenvent, die niet meer over de reis gesproken had, werd niet vergeten. Hij zou een oogsken in 't zeil houden en met Marieken waken op het huis.

Zij hadden zoo hun geheimpjes, hun verdoken plezier en hun kameraadschappelijke verstandhouding. Als kraaiend kindje had Albertken reeds blijken gegeven van eendere nijgingen die Snepvangers ontroerden. Hij was verzot op honden, riep tegen al de beestjes even vriendelijk: Dag hondeken! Hij kon spelen met spitsken zonder het maar een oogenblik te verbalemonden, was wijs en teeder tevens.

Laat ons nu Spitsken maar gaan halen en naar de kinderen gaan zien ... Ja, naar Albertken.... Wat zal hij verschieten ... hij hield ook zoo veel van de kanarievogels ... Ja, Snepvangers ... we zullen nog eerst het valiesken in den coffre-fort sluiten.... En een borreltje drinken, Mama.

Zijn het de Prinskens, Grootva? Ja, Albertken!... Daarna bracht Snepvangers zijn kleinzoon naar huis. Antoine mompelde een verstrooiden groet, verloren in krantenlectuur. Ze vechten rond Diest, zei Marieken terloops, sprak dan over den zuigeling, een meisje als een wolk. Later riep Sander hem om de gazet te toonen... Hij las de bovenschriften: "Vreemde ruiters te Gheel!

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek