Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


De Abdisse, wat dichter bij hem naderende en hem zijne eerste printen toonende, vroeg met eene stem, die van veel welwillendheid getuigde: "Zijt gij het, jongeling, die deze printen geschildert hebt?" "Ja, vrouw Abdisse," antwoordde Quinten met een bang hart, "maar ik hoop, indien ik uwe gunste mocht verwerven, dat ik mettertijd meer bekwaamheid krijgen zou.

Quinten gaf voor, dat hij dit niet durfde ondernemen, uit vrees van het kostelijk missaal te bederven; doch de loftuigingen, die hem door de Abdisse en den geestelijke toegestuurd werden, gaven hem ten laatste moed genoeg om dit groote werk te aanvaarden.

Op het hooren van de stem der Abdisse had de moeder haren zoon uit de nauwe omhelzing losgelaten; doch zij hield eene zijner handen vast en bleef bij hem staan. Quinten antwoordde in verrukking: "Spreek, mevrouw, ik ben uw gehoorzame dienaar."

Vergeef mij, eerwaarde Vrouwe, dat ik deze bedorven heb. O, vergeef mij, in den naam mijner ongelukkige moeder!" "Bedorven?" riep de Abdisse met verbaasdheid, "gij zijt wel ootmoedig, jongeling. Ik ben gekomen om u te zeggen, dat niemand ooit schooner beeldekens gezien heeft dan die, welke gij geschildert hebt!"

De blijde vrouw verstond hem; zij wierp zich vooruit en viel hijgend tegen de borst van haren zoon. Bij dit treffend tooneel van liefde en vreugd gevoelden de vier personen, die het aanschouwden, zich zoo diep geraakt, dat hunne oogen zich met glinsterend vocht vervulden. "Quinten Massys," riep de Abdisse, "zoudt gij iets voor mij willen doen?"

De Abdisse nam het boek uit de handen der non, en het aan den jongeling toonende, vroeg zij hem, of hij de printen der Passie onzes Heeren, welke er in stonden, voor haar wilde schilderen.

Quinten schilderde tamelijk lang aan het boek der Abdisse; maar toen het werk voltooid was, kon men er reeds wonderlijken voortgang in bespeuren, waarom hem ook eene milde belooning geschonken werd. Hij kreeg dan ander werk van dien aard, dat hij ter voldoening van iedereen afmaakte.

Evenals andere sprekers en zeggers wacht hij niet altijd op eigen aandrift, maar vervaardigt ook wel een gedicht over een opgegeven onderwerp. Zoo schrijft hij op verzoek der abdisse van Rijnsburg iets over de Tien Geboden .

Toen de Abdisse met haar gevolg vertrokken was, keerde de gelukkige vrouw zich tot haren zoon en wierp twee goudguldens op zijn schilderbord, roepende: "Zie, Quinten, dit heeft de Abdisse mij voor uw werk gegeven! Wij zijn rijk, mijn kind, oneindig rijk! Nu ga ik meteen uit, om alles te halen, dat u in uwe ziekte ontbroken heeft!... En gij zult genezen, mijn lieve Quinten!

Zoohaast zij de belofte hadden verkregen, maakten de vier personen zich bereid om te vertrekken; doch zuster Ursula naderde eerst bij Quinten en suisde hem in het oor: "Ga maar voort, jongen. De Abdisse is over uw werk ten hoogste voldaan, zij kan er niet van zwijgen." En met zachtere stem voegde zij er bij: "Uwe moeder zal nu nooit meer gebrek lijden. Heb maar goeden moed!"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek