Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Vergelijken wij den uranist en het leven van den uranist met deze definities, dan zien wij, dat waar van een type wordt gesproken, nergens een type van een man of van een vrouw kan worden aangetoond. Wij hebben gezien, dat wij omdat het type ontbrak gedwongen waren om alleen met de eigenschappen, die bij de overgroote meerderheid der sexen voorkomen, rekening te houden.

In ons land is veeltijds de vinger van de melkmeid de warmtemeter, en hoe bedriegelijk deze is, hebben wij vroeger aangetoond. Dat moet veranderen, de boer moet er zijn eer in stellen goede kaas te maken; zoo bevordert hij tevens zijn voordeel, wat waarschijnlijk even zwaar weegt.

Meer voor dit doel geschikt, en wat ook gemakkelijker aangetoond kan worden, is de superioriteit der hedendaagsche vrouwen boven die van vroeger tijden, de onbegrensde nieuwe ontwikkeling van ras-hoedanigheden in de vrouw.

Indien nu aangetoond kan worden dat het voor den menschelijken vooruitgang beter is dat wij anders handelen, dan bewijst dit toch dat deze andere handelwijze de juiste is; en dan moeten wij leeren zulk een handelwijze te vereeren, lief te hebben, te bewonderen zoo veel wij kunnen, dan zullen wij na verloop van tijd haar ook "natuurlijk" vinden.

Doch ook op andere wijze kan dit worden aangetoond. Gevolg St. St. Ax. Derhalve heeft het werkelijke zijn der voorstellingen God tot oorzaak uitsluitend voor zoover hij als denkend iets beschouwd wordt enz. H.t.b.w. Stelling VI.

De prikkelbaarheid in alle of bepaalde deelen is de meest algemeene eigenschap der dieren, méér dan het vermogen tot willekeurige bewegingen en gevoel, méér zelfs dan de spijsverteering. Alle planten, de z.g. "gevoelige" niet uitgezonderd, noch die, welke bij de minste aanraking of een zuchtje wind bepaalde deelen bewegen, zijn geheel verstoken van prikkelbaarheid, wat ik elders heb aangetoond.

Hoe! en komt het er nu niet op aan of de lateren zoo oprecht en helder zijn, dat zij maar liever die valschheid [p.117] en vuilheid niet willen vasthouden? Komt het er nu alleen op aan, of die vuilheid en valschheid door een groot kunstenaar worden beschreven? Maar, veroorloof mij: zou het óók in het geval van "Keesje" van Van Hulzen, instede van "behalve" van des heeren van Hulzen's artistieke kracht, niet uitsluitend daarvan afhangen of "Keesje" zal blijven leven, al dan niet? En zouden wij dan maar niet meteen concludeeren o, onbescheiden vrager, die ik ben! dat dit leven-blijven niet bedreigd wordt: noch door het vaak "onbeteekenende" en "onbeduidende" der levensgevalletjes, die een werk beschrijft, zooals Boccaccio's Decamerone; noch door het zonderlinge en vreemde, het gedeeltelijk ver buiten onzen tijd liggende der voorstellingen, zooals bij de Sakuntala; noch door het niet medevoelbaar Uebermensch-sadistische zooals bij Les Chants de Maldoror, maar dat dit leven-blijven uitsluitend en alleen afhangt van de artistieke macht, die het werk schiep, het Scheppend Vermogen, dat erin straalt, en of men diens schoone bewegingen daarin zoo onvertroebeld en duidelijk ziet, dat men het "vast wil houden"? Het antwoord kan, dunkt mij, niet langer twijfelachtig zijn. En evenmin of 't wel juist was, toen ik zei, dat Gorter, gelukkig, soms zichzelf bestrijdt! Ik zal straks gelegenheid hebben u een andere volstrekt-afdoende zelfbestrijding van onzen schrijver te toonen, laat ons nu echter even een terugblik werpen en onderzoeken hoe Mevr. Holst en hij ertoe gekomen zijn, de door ons bestreden onjuistheden te zeggen. Wij dan hebben aangetoond of waarschijnlijk gemaakt, at de neiging tot het uitpluizen van "volslagen onbelangrijke levenssneden" gevolg is van den betrokken kunstenaarsaanleg; wij hebben waarschijnlijk gemaakt, dat deze kunstenaars juist als nabloei van het naturalisme verschenen, omdat zij daardoor gewekt zijn, daardoor pas tot schrijven zijn gekomen. Mevr. Holst niet aldus, zij wijt het bestaan dezer kleine kunst aan de scheiding van zedelijk en aesthetisch ideaal terwijl wij hebben aangetoond, dat een kunstenaar als zoodanig, d.i. een ziener en ontdekker der noodwendigheid niet door het eerste k

Ook beweert men dat er 'n nieuwe lezing is uitgedacht van de laatste verzuchting des bakers, die 'n eind maakt aan den langen stryd over zyn mannelykheid, en die de hooge waarde van Stoffel Pieterse's grammatikaal-theologische roeping in 't helderst licht plaatst, waardoor op-nieuw de overeenstemming wordt aangetoond tusschen de wetenschap en de heilige boeken van ons geloof."

En, dat bovendien juist zy die 'n vak met hart en ziel beoefenen, en 't daarin brachten tot iets uitstekends, den minsten lust voelen hun persoonlykheid, die 'n zeer speciale waarde heeft in gemeenschap van goederen uittehuwen aan 'n vergadering, welke gemiddelder waarde altyd beneden die van 'n middelmatig individu staat. Dit laatste meen ik in m'n IDEE 9 overtuigend te hebben aangetoond.

Sedert Celsius en Linnaeus heeft men de waarnemingen voortgezet, en heeft men duidelijk aangetoond, dat werkelijk de bodem van Zweden merkbaar in het noorden rijst en in het zuiden daalt. De scheidingslijn loopt van de Zweedsche kust naar die van Sleeswijk-Holstein, tot voorbij Bornholm en Laaland. Volgens de laatste opmetingen is de noordelijke kust in 153 jaren 2,10 meters gestegen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek