Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


De aangesprokene stond op, en bracht den Grooten Wolf naar het meer, aan welks oever een groot, van de overige afgezonderd, vuur brandde. Aan dat vuur zaten vier Indianen, allen getooid met een adelaarsveer. Vooral een hunner moest inzonderheid de opmerkzaamheid trekken. Hij had zijn gezicht niet geverfd; het was doorploegd door ontelbare diepe rimpels.

Je ziet niks niemendal as egyptische duisternis. 't Hoeft ook niet. Tien menuten! knip, knap, gaan de veeren. Daar sta je weer in een ketoor; je denkt in 't zelfde? Mis! Je bent te Rotterdam. Is 't waar of niet, Piet?" Op dit beroep antwoordt de aangesprokene, die als knecht met den Mottige vaart, niet anders dan door het hoofd te schudden en een pruimpje te nemen.

"Sedert een paar dagen was ik een weinig van streek dokter;" antwoordt de aangesprokene die zich in zijn ledikant heeft opgericht en met de eene hand de gordijn terzijde houdt, terwijl hij met de andere zich langs het bleeke gelaat en vervolgens langs de glanzig zwarte krulharen strijkt. "Hebt u dokter Biermans al gehad menheer Donerie?" "Nee dokter, pardon; 't heeft niet zooveel te beteekenen.

De aangesprokene stond van zijn veldstoel op, en na enige ogenblikken zwijgend, als in diep gepeins verzonken gestaan te hebben, begon hij zijn verslag en zei: »Mannen, broeders, ik zal trachten u een getrouw verslag te geven van wat in de laatste weken aan de overzijde der bergen is voorgevallen.

Zich richtende tot Louis Nel, die aan de zijde reed, zei hij: »Neef Louis, deze kloof is gevaarlik. Mij schijnt het, dat wij die niet moeten intrekken, maar liever halt moeten houden, en zien of wij niet door de bergen om te trekken, de stad van Dingaan kunnen bereiken." De aangesprokene antwoordde: »Ik vrees, Kommandant, dat het daarvoor te laat is.

"Wel een verschil met verleden week," bromt de eerste officier, "toen gij, kapitein Chester, bezig waart het hof te maken aan de schoone dames van Shene en Windsor." "En gij aan ieder mooi meisje in Harwich," lacht de aangesprokene.

Van Pommeren nam zijn spiksplinternieuwen Zondagschen hoed met een snellen zwaai af, boog als een dansmeester, en zei onmiddellijk: »Goeien morgen, meneer Van Reelant! Warm weer, vindt u niet?" De aangesprokene greep even naar zijn hoed, en knikte deftig met het plan bedaard door te stappen. Van Pommeren glimlachte zeer hoffelijk, en vervolgde snel: »Pardon, meneer Van Reelant!

De aangesprokene trok de schouders op, terwijl zij den ouden heer meewarig aanzag en trad naar het venster. "Nu, dan zal ik mijzelf moeten voorstellen; overste Derenberg!" zeide hij vriendelijk. "Dit is mijne vriendin, oom, Liesje Erving," voleindigde Nelly de voorstelling. Het jonge meisje maakte een lichte buiging. "Erving?" herhaalde de oude heer vragend.

"Daar wordt mij een groot pak japonstoffen en stalen gezonden; hebt gij dat besteld?" vroeg zij; "ik denk dat het eene vergissing is, want er zijn zijden meubelstoffen bij, en allerhande dingen, die wij onmogelijk kunnen gebruiken." "Ik heb dat besteld, Cornelie," verklaarde de aangesprokene ongeduldig; "laat die zaken op mijne kamer brengen!"

Woord Van De Dag

sentimenteelig

Anderen Op Zoek