Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Ik zeide, dat deze vruchten te Bagnères verkocht wordende, nog al wat op zouden brengen, en het goede vrouwtje antwoordde, dat zij het door Gods goedheid niet noodig had, daar bijvoegende: le bon Dieu me les donne pour rien, et ce que j'en ai de trop, je le donne pour rien aussi.
Andere malen mocht ik heur zoenen, en 'k kuste heure schoone oogen, die zij dicht hield van zalig genot; dan trilde zij en slaakte kleine kreten, of boog heur hoofd achterover en gaf er mij een stoot op den neus mee. En zij lachte als ik riep: Ai! en ik gaf haar dan kleine duwtjes, want tusschen ons was niets anders dan gestoei en gejoel. Thijl, is er nog wijn in die bottel?
Zij ontwaarde als door een nevel heen een heer, die voor haar stond te buigen, terwijl hij sprak: »Madame Steinhausen, si je ne me trompe pas? Madame! j' ai bien l' honneur...." Neen! dat was niet de stem van Frits, hoe vol en welluidend zij ook klonk!
Ai! wie heeft er de mei van doene? De vischkens in het watere, De vogelkens in de wei, Al die zingen te zamen de groene mei. Van de Noordnederlandsche meiliedjes is stellig het meest bekende en meest verspreide, hetgeen wij thans nog slechts als parodie hebben behouden: Daar ging een patertje langs den kant, met het refrein: Hei 't was in de Mei, Mei, Mei, Hei 't was in de Mei.
Mijn plan om den Unau en den Aï in een en hetzelfde hok te laten wonen, werd door den eerstgenoemden, den oudsten bewoner van het hok, verijdeld; de poging om de beide verwanten bij elkander te brengen moest onmiddellijk opgegeven worden.
Ai, zou ik den heer Spitz willen zeggen, het "gij zult er niet aan toevoegen en er niet van afnemen," dat is ook voor de vertalers van de groote dichters geschreven! Nòg een voorbeeld van "eraf nemen." De jongeling las den brief, dien zijn vriendin hem zond en in zijn hart was vreugde. Snel maakte hij zich op om tot haar te gaan.
»Ai, ai, ya!" kreet Soun. En in diepen wanhoop, geen kracht in zich gevoelende om iets meer te zeggen, strekte hij zich aan den voet van den grooten mast uit, allerlei krampachtige bewegingen makende, waardoor zijn korte staart zich evenals het staartje van een hond bewoog. Ondertusschen waren op bevel van kapitein Yin de luiken van het dek geopend om het ruim te luchten.
Bella, zeide ik peinzend, ik twijfel zeer, of er wel verbeelding en gevoel bestaan, en of dat niet maar ijdele herschenschimmen zijn! Bella nam een grooten doorn en stak daarmede in mijn been. Ai! riep ik, wat wil je? Zien of je gevoel hebt: gelukkig bestaat het toch nog.
Veronveiligde een draak nooit ende nie meer de immer onveilige foreesten van Logres? Nooit ende nie, ai, nooit ende nie! Zweefde nooit meer een bloedige Speer, een heilige Vaas, een betooverd Scaec het geluchte door om een hoofschen ridder ter queste te nooden? Geen Speer! Geen Vaze! Geen Scaec zelfs, mijn prins! En mijne Ysabele, o lace, zij stierf! Ik wacht! Ik wacht! klaagt de Koning.
"Wel is 't mij bijzonder aangenaam, oe te zien," hervatte de waard. "Ai mij! de luiden zeiden al, je waart verzopen: jaô, een snee brood en een kan bier, daôr kan ik oe an helpen, en aan oe mantelzak ook, die leit nog boven achter 't slot, wel bewaôrd; ai mij! 't zou mij pijn doen, als iemand iets bij mij te kort kwam; maôr oe paôrd, man! dat is marsch!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek