Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Dus, wakker en weg! fliefflodderken, op planten en bloeiend gers , alwaar dat u God geschapen heeft, alwaar dat 't uw woning es!– En zoekt gij nu, kind, een zin hierin, 't fliefflodderke, wie dat zij, uw herte is het, alderliefste mijn, ai, wat zou het anders zijn!
Het is alsof het beeld daar in het glas niet de weerkaatsing van ons zelven is, maar een andere persoon, een ander ik, ons beter ik, een onzer beide naturen, de betere, die op de andere, de booze, een ernstigen blik werpt. Ai! daar heb ik mij onvoorzichtig uitgelaten! Ik sprak daar van twee naturen, van eene goede en eene booze.
De toekomst legt immers voor u haren sluier af? Gij voorziet immers de dingen die zij brengen zal? Ai, verklap ze mij! Ik gaar uwe woorden als goudkorrels!" Sylvester tuurde alweder naar het Zuiderkruis, dook nog dieper in zijnen kap, hobbelde zich eens, en vervolgde al fluisterend: »Ik zie het, ja zoo heel ver niet weg tusschen de sterren en de aarde.
Alle behoeften van den Ai zullen zich dus hebben bepaald tot hangerig langs de takken te kruipen om bladeren te plukken en dan maar werkeloos in den boom te blijven, zorgende niet te vallen. Die luiheid zal overigens nog door de hitte van het klimaat in de hand gewerkt zijn, welke warmbloedige dieren toch al meer tot rust dan tot beweging noodt.
De verdiensten der paarden van Lodewijk Blaek, die bij allen bekend waren, werden overwogen: de groote feiten, door hen verricht, in ai hun kleuren opgevijzeld; hun betrekkelijke waarde vergeleken: de prijs, dien zij gegolden hadden, genoemd, enz. enz.
Weldra begon het te regenen, en een grauwe nevel spreidde zich uit over het prachtige panorama, dat mij den vorigen dag zoo in verrukking had gebracht, maar nu als uitgewischt was in doffe grijze tinten. Ai mij! wat was er nu van al die heerlijkheid geworden? De Hymettos was slechts een zeer alledaagsche, vervelende heuvel; het Parthenon een vuile steenklomp.
Roep nu, dat ik met uw haar trek, schreeuwbakkes! DE MEESTER. "De wederspannige Absolon...." Lawijdmakers, gaat gij er daar wat uitscheiden? EDWARD, weenende. Ai, ai! meester, meester, Victor trekt altijd met mijn haar! DE MEESTER, met ongeduld en tegen den grond stampende. Zij zullen mij niet laten voortgaan; leert die barbaren dan al! "Absolon trok op...." EDWARD, roepende.
"Ai, ai, ik begrijp: er komen maaien in uwe kaas!" mompelde de fourier. "Lisa heeft hare zinnen op Theodoor...." "Neen, neen, verdenk haar niet!" smeekte de jonge boer met opgeheven handen. "Wel hebben anderen dit insgelijks gedacht; maar ik weet, dat haar zuiver en eenvoudig hart mij trouw is gebleven. Zij is even ongelukkig als ik."
Ai, hoe ging het met het visschen? Greep je een walvisch bij de klissen? Heb je er zeven t'huis gebragt? Zie ik droomde 't menig nacht. Stil, stil! guitjen, stil! Scheld het voor geen malle gril, Mogt je beeld niet bij me wezen, Als ik jou planeet moest lezen, Voor je vrijsterken, mooi-Aagt, Daar je mij niet eens naar vraagt! 't Is een jeugdje van een meisjen; Zoen je haar nog wel een reisjen?
Als nu de ai gedurende langen tijd een boomleven geleid heeft met zijn langzame en weinig gevarieerde bewegingen maar voldoende voor de behoeften dan zal zijn bewerktuiging zich gaandeweg aan de nieuwe behoeften hebben aangepast, en het gevolg daarvan zal zijn geweest: 1e. Dat bij de voortdurende pogingen dezer dieren om de boomtakken gemakkelijk te omklemmen de armen zich verlengd hebben. 2e.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek