United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Over die beide jongs keek nog een kleinder hen, die in een hangkissien lag. Dan wassen der nog twee wiggies in en wiege. Naost ieder heufien zag ik twee vuetis. Och wat was 't een aordig tooneeltien. Zon schilder had ik nog liever op een lodderein-deussien as Absolon an de boomtakke. Wat sluepen de stumpers daor vredig naost mekaor, en toe 'k heur toelachte, wat keek de moeder toe groots.

Roep nu, dat ik met uw haar trek, schreeuwbakkes! DE MEESTER. "De wederspannige Absolon...." Lawijdmakers, gaat gij er daar wat uitscheiden? EDWARD, weenende. Ai, ai! meester, meester, Victor trekt altijd met mijn haar! DE MEESTER, met ongeduld en tegen den grond stampende. Zij zullen mij niet laten voortgaan; leert die barbaren dan al! "Absolon trok op...." EDWARD, roepende.

136 Ik maakte den vader en den zoon tweedrachtig tegen elkander: Achitofel deed niet erger tegen Absolon en tegen David door het kwaadwillig stoken. 139 Omdat ik zoo nauw-verbonden personen scheidde, daarom draag ik helaas! het hoofd aldus gescheiden van zijnen oorsprong, die in dezen romp is. 142 Aldus wordt in mij nagekomen de wedervergelding." Vervolg van den achtsten ommegang.

Meester, nu nijpt hij weer in mijn' kaak! DE MEESTER, dicteerende. "Absolon trok op ... tegen...." Victor, ik zet u meteen van de school, nijdige jongen dat gij daar zijt!... "trok op tegen het leger zijns vaders.... David ..." Waarom beziet gij mij zoo, Piet? Schrijf dan! PIET. Frans heeft mijne pen weggenomen, meester.

Wat, heb, ezel? VICTOR, blijde. Ai, ai, daar hangt Absolon met zijn lang haar! DE MEESTER, vergramd. Frans, gij zult noenoveral blijven bakken. 'k Zal u leeren papier knauwen! Nu zult gij dezen noen niets te knauwen hebben. Victor! spel het laatste woord eens. VICTOR, tot Edward. Wat is het laatste woord? Gaat gij het zeggen, of ik geef u eenen neep. EDWARD. Neen, nu zeg ik het niet, zie na!

't Schilder was zoo mooi dat ik Absolon ellendig kun heuren schreeuwen en daorumme was zoon deussien goed veur de vrouwen, om de oogen in de naomiddagpreeke lös te holden, te meer daor Absolon een knap manspersoon was, met zien broek in de leerzen met geele kappen en een karwats in de hand en spooren an de hakke.

AL DE LEERLINGEN TE GELIJK EN VERWARD. Ja, ja, meester! ik niet! ik wel! ik kan mijn cahier niet vinden, mijn pen schrijft niet, ik heb geen papier! DE MEESTER, dicteerende met slepende stem. "De wederspannige Absolon ... de we-der-span-ni-ge Ab-so-lon...." VICTOR, Edward bij zijn haar trekkende. Daar nu, ga, zeg nu nog, dat wij pennekepik doen, overdrager.

Denis, de aanzienlikste der prelaten uit die tijd, leefde geheel en al gelijk een feodaal Seigneur; in zijn klooster weerklonken de gangen van de gespoorde ridderlaarzen, in de kapittelzaal onderhandelden advokaten over de geldzaken van het rijke klooster, Suger gaf schitterende feesten en jachtpartijen voor de vazallen van 't klooster en als de koning uittrok om zijn baronnen te tuchtigen, volgde de abt hem in volle wapenrusting, onze eigen Absolon gelijk, de stichter van Kopenhagen, die Aartsbisschop van Lund was, maar tegelijk de ziel van de krijgstochten tegen de Wenden.