Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


133 De gids en ik, langs dien verborgen weg kwamen wij daar om weder te keeren tot de lichte wereld: en zonder ons te bekommeren om eenige rust 136 stegen wij, hij eerst en ik de tweede, zoolang tot ik van de schoone zaken, die de Hemel draagt, iets zag door een ronde opening: 139 en daar kwamen wij naar buiten om weder te zien de sterren.

En dan volgen de zes-en-dertig schoone bladzijden over zijn jeugd, één zoete, innige melodie, maar als door een fluit een nachtegaal nagefloten. Voor wien de nachtegaal-zelf te voren heeft gehoord!... Want het beeld van Rousseau's jeugd, zooals het in Les Confessions, dat stylistisch wonderwerk van subtiele zelfbeluistering, tot ons is gekomen, is niet louter een brok autobiographie, dat elk later dichter, die de voor de verwerking dier stof geschikte vermogens bezit, zou kunnen benuttigen, om er zijn eigen schoonen droom uit te scheppen, maar het is zelf een subliem gedicht, dat den lezer, en zeer zeker den bewerker, niet alleen materiaal aanbiedt, maar hem ook noodwendig beheerscht, door de artistiek-geniale doorlichting en verheerlijking van dat materiaal, zoodat tenzij die bewerker een Rousseau verre [p.136] overtreffend genie bezitte, dat dezelfde stof nòg heller doorlichten, nòg schoener en

Voor opdiening met saus zie men R. 332. Rijst II. Zachtere rijst kan men bereiden door op twee deelen rijst vijf deelen water te nemen. Voor opdiening met saus zie men R. 332. Rijst III. Zeer zachte rijst verkrijgt men door één deel rijst te nemen op drie deelen water. De rijst kan men opdisschen met een der sausen volgens R. 126, 129, 133, 136, 141-158. Rijst met appelen.

133 "In al uwe vragen behaagt gij mij wel zeker;" antwoordde hij: "maar de kokende plas van het roode water moest wel de eene vraag die gij doet, oplossen. 136 Lethé zult gij zien, maar ver van dezen kuil, daar waar de zielen gaan om zich te wasschen, wanneer de berouwde schuld is weggeworpen."

quam, waar velen nu een plusquamperf. zouden zeggen; vgl. bleef 696; waer 1383; gingh 1398; zie Vondels Taal § 173; of: "quam geleyden" = geleidde, zie 462: koomt vougen. Vgl. Vondels Lucifer, vs. 1778. Staat te weifelen, vgl. 136: stont en keeck; 1119: sit op haer en sagh. zie Warenar 258; Taalk. Bijdr.

La Marche, II p. 398. La Marche, II p. 369. Chastellain, IV p. 136, 275, 359, 361, V p. 225; du Clercq, IV p. 7. Chastellain. III p. 332; du Clercq, III p. 56. Chastellain, V p. 44, II p. 281; La Marche, II p. 85; du Clercq, III p. 56. Chastellain, III p. 330. du Clercq, III p. 203. Facius, Liber de viris illustribus, ed. 1745, p. 46, bij Weale, Hubert and John van Eyck, p. lxxiii. Dion.

VI. Onder de Vrijbuiters 134 VII. De Spanjaarden te Westzaan. Een bezoek aan de ruïne der verbrande hoeve 119 VIII. Aelbert en Marten vangen een vink met gouden veêren 136 IX. Op den Sparendammer dijk 165 X. Hoe de jonge Vrijbuiters in het vijandelijk kamp kwamen, en hoe zij het verlieten 180 XI. In de bedreigde veste 194

Ook bezigt men te dezen einde valeriaan en wilde alsem, in den zak of op het lijf gedragen; zie Volkskunde XI, bl. 242; XII, bl. 62, 136, 242; XXIV, bl. 51. Daarentegen dient het leggen van nestelknoopen, knoopen in een riem of veter, om andermans huwelijksgeluk te bederven.

136 mij den gansch trillenden mond: Galeotto was het boek en die het geschreven had: dien dag hebben wij niet verder gelezen." 139 Terwijl de eene geest dit zeide, weende de andere zoozeer dat ik van erbarmen buiten mij geraakte, alsof ik gestorven ware; 142 En ik viel zooals een dood lichaam valt. Derde ommegang. Algeheele gesteldheid van dezen ommegang en hoe Cerberus daar de zielen ontvangt.

G. J. Vos Az.: Groen van Prinsterer en zijn tijd. 1800-1857. blz. 136. Hij had de morgen-godsdienstoefening ten huize van den visscher W. Hartog, bijgewoond, die zeldzaam geval! zonder eenige stoornis afgeloopen was.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek