Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
133 "In al uwe vragen behaagt gij mij wel zeker;" antwoordde hij: "maar de kokende plas van het roode water moest wel de eene vraag die gij doet, oplossen. 136 Lethé zult gij zien, maar ver van dezen kuil, daar waar de zielen gaan om zich te wasschen, wanneer de berouwde schuld is weggeworpen."
Vochte koelte zoeft door 't bruine riet; Sappen gisten in het dor geraamte Overval ons niet in onze schaamte: Schoonheid, kom nog niet! "Hoe over 't brandend blind bazalt Vind ik den weg naar Lethe? O alles te vergeten Eer de avond valt! "Ik weet dat dood en donker komen Als dit schel daglicht is gebluscht, Maar ik wil diepe klare rust En zonder droomen.
Ik voer hen naar de bron van onze Lethe , die op de eilanden der gelukzaligen ontspringt want in de onderwereld stroomt slechts een smal beekje om daar, na de vergetelheid in lange teugen te hebben ingeslorpt, van alle beslommeringen allengskens verlost, weer jong te worden. "Maar zij zijn de kluts kwijt, zij zijn onwijs," voert men daartegen aan.
Lethe, Lethe, rivier in de onderwereld, waaruit de schimmen der afgestorvenen dronken om het verledene te vergeten. Leto, Leto, Latona, dochter van Coeüs en Phoebe, dus van het geslacht der Titanen, vóór Hera gemalin van Zeus, bij wien zij moeder werd van Artemis en Apollo.
"Mijn voet kan vóor den avondval Nog vele mijlen reizen, Wil één den weg mij wijzen Naar Lethe's dal. "Wie over 't brandend blind bazalt Brengt mij naar Lethe? O alles te vergeten Eer de avond valt!" Hoe laat is 't aan den tijd?
Het mengt Diogenes, Job en Paljas ondereen, bekleedt een spook met oude nummers van den Constitutionnel en brengt Chodruc Duclos voort. Hoewel Plutarchus zegt: "de tyran wordt niet oud", onderwerpt zich toch Rome onder Sulla evenals onder Domitiaan en mengde gaarne water in zijn wijn. De Tiber was een Lethé, zoo men den lof van Varus Vibiscus mag gelooven: Contra Gracchos Tiberim habemus.
127 toch zijt gij nog niet den ganschen cirkel langs gegaan; daarom, indien een nieuwe zaak ons verschijnt, moet gij geen verwondering tot uw gezicht toelaten." 130 En ik nog weder: "Meester, waar bevinden zich Phlegethon en Lethé, daar gij van de ééne zwijgt, en van den anderen zegt dat hij van dien regen komt?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek