Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
W. James, The varieties of religious experience, Gifford lectures 1901/2, London 1903, p. 318. Le livre des faicts, p. 398. ed. G. Raynaud, Société des anciens textes francais, 1905. Twee heidenen uit den roman van Aspremont. Les Voeux du héron vs. 354-371, ed. Soc. des bibliophiles de Mons, no. 8, 1839. Brief van den graaf van Chimay aan Chastellain, Oeuvres, VIII p. 266.
Over het vroeger tijdvak en de gesloten verbonden en overeenkomsten zijn belangrijk de Monumenta Groningana veteris aevi inedita, door den geleerden Keuchenius Driessen uitgegeven, en met uitnemende Aanteekeningen verrijkt; bijzonder zijne Aantt. op bl. 335, 398, 475, 493, 797 en 831. Verg.
De algemeene naam van de orde der visschen, vertegenwoordigd door de geslachtsnamen Vis, Visch, De Vis en De Visch, moge hier weer den byzonderen vischnamen voorafgaan. De Haay, Steur, De Steur en Van der Steur, Rog, Paling, Maeckereel, Schol, Bot, Both, De Both en Botvis, misschien ook Botje zie bl. 398. Volgens De Navorscher, dl.
In haar apogeüm is de maan 398.560 kilometer, in haar perigeüm 352,040 kilom. van de aarde verwijderd, hetwelk een verschil maakt van 46.520 kilom., meer dan 1/9 van het geheel. De perigeüm-afstand moet dus ten grondslag der berekening gelegd worden.
La Marche, II p. 398. La Marche, II p. 369. Chastellain, IV p. 136, 275, 359, 361, V p. 225; du Clercq, IV p. 7. Chastellain. III p. 332; du Clercq, III p. 56. Chastellain, V p. 44, II p. 281; La Marche, II p. 85; du Clercq, III p. 56. Chastellain, III p. 330. du Clercq, III p. 203. Facius, Liber de viris illustribus, ed. 1745, p. 46, bij Weale, Hubert and John van Eyck, p. lxxiii. Dion.
Van dezen DOUWE AUKES zijn geene andere bedrijven of levensbijzonderheden bekend. Vermoedelijk verliet hij na den eerste Engelschen oorlog de zee en werd koopman te Amsterdam, waar hij bij den tweeden Engelschen oorlog, in 1665, in aanmerking kwam, om, wegens zijn vroeger bedrijf, de gemagtigden tot 's lands vloot als Zeeraad te dienen. Zie BRANDT, de Ruiter, 398. De Holl.
Lied. en Ged., bl. 380, 395, 398, 404, 409, 417, 440, 474; Versl. en Meded. der Kon. Akad., 3e Reeks, Deel XII. De hier bedoelde stukken en nog andere van dien aard vindt men in Vad. Mus., I, 296 vlgg.; II, 146 vlgg.; Dissertatie van Dr. A. NIJLAND, p. 185; KAUSLER, Denkmäler, III, 94 vlgg.; Tijdschr. v. N.T. en L., III, 177 vlgg.; XI, 210 vlgg.; XI, 285 vlgg.; XII, 97 vlgg.; XVI, 306 vlgg.
I, bl. 398: »Te Arnhem, te Utrecht, te Gorkum hangt nog aan logementen de Geldersche Blom uit, die vroeger vry algemeen was, als zijnde de Mispelbloem, uit het oude wapen van Gelre, die men nog in de wapens van Lochem en van Deutinchem terug vindt." Dat de geslachtsnaam Roos, Rooze, Rose, enz. in alle gevallen oorspronkelik de naam is van de bekende bloem, wil ik geenszins beweren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek