Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Maar 't is eigenlijk meer loomheid dan matheid; en met de vrolijkheid en frischheid der vrouwen is 't juist niet precies zoo als bij den dichter: "'t Meisjen veegt met purpren handen, Gloeiend van het zonnebranden, 't Druipend voorhoofd lachend droog. Laat de lucht haar frischheid rooven, Fier van aan zijn zij' te sloven, Raapt zy aren, bindt zy schoven, Het genoegen in het oog."

Ik bette meneer z'n gezicht met water want ik dacht, dat zijn aren zouden bersten. Na een kwartier kwam ie weêr bij. Ik had al-door geen oog van hem afgehad. Toen zeê ie zachies, o toch zoo zachies: Jans, kom eens hier. Ik geloof, dat ik nu dood ga zeg et an de jufvrouw, zeg et an de jufvrouw. Dit zeê ie precies zoo tweemaal achter mekaâr. Toen ging ie weêr leggen, achterover op zijn kussen.

Ze droegen hem elk bij een oor. Zij gingen langs het koren. Hier stond het nog volop geel te rijpen, voorover gebogen van de zware aren, en van onder bedrest met blauw en rood; dáár waren ze het dan weer aan 't afpikken, een ploeg mannen met luidruchtige bindsters, of een ventje alleen. Heelder plekken waren hier en daar reeds afgedaan, en stonden thans vol schoongereide schoven.

Maar deze depressie is van korten duur, want: "Strenge heeren regeeren niet lang". Over de groeikracht van den Meiregen sprak ik reeds I, bl. 192. Een Vlaamsche weerregel zegt: Als de Mei is koel en wak, Brengt zij veel koren in den zak. Begint in Mei het koren in de aren te staan, dan kan het tegen Sint Jakob gemaaid worden; Zuid-Limburg: Mei ore Sint Joacop kore.

De afgebroken aren en kolven worden zorgvuldig beroken, en onmiddellijk weggeworpen, als zij, wat zeer dikwijls geschiedt, aan de gestelde eischen niet voldoen; de spilzucht, die aan alle Apen eigen is, openbaart zich nu in de hoogste mate.

Hij zweeg, de handen bevend op 't vlak van de tafel. Op 't hooge voorhoofd waren de aren gezwollen en wit-schuimend speeksel drabde over z'n lip naast het roòder-geworden gezwel. Opnieuw was stilte in de kamer, aandroesde gepraat van de plaats, waar de schoenmaker liep met z'n emmer.

Hun eerste korenveld dat zij door een enkel graantje verkregen hadden, was zeer toegenomen, dank zij de zorg van Pencroff. De graankorrel had, zooals de ingenieur gezegd had, tien aren geschoten, en elke aar droeg tachtig korrels. De kolonie was dus in het bezit van acht honderd graankorrels in zes maanden tijd dus een dubbele oogst mochten zij elk jaar verwachten.

Daardoor was dan ook de buitenste rand van de schelf dikker dan ik lang was en ik kon daarin verdwijnen, zonder dat van buiten mijn voeten of van binnen mijn hoofd kon worden gezien. Langzaam en geruischloos schoof ik vooruit, tot ik bij een plek kwam, van waar uit ik, gedekt door een gordijn van aren, het innerlijke van de uit koren gemaakte schuilplaats overzien kon.

"Kareltje!" hernam de andere op den theatraalst mogelijken toon: "dwing mij niet te midden dezer welige natuur een moord te begaan. Nog één woord ten nadeele van Keetje, en ik maai uw eerloos hoofd weg, als gindsche maaier de rijpe aren."

Terwijl nu de rogge kwijnt in de kleine aren, terwijl de aardappel geen voedsel in den grond vindt, terwijl het vee met roode oogen en snuivend van de hitte zich om de opgedroogde bronnen verdringt, terwijl de angst voor de toekomst de harten dichtsnoert, gaan er wonderlijke geruchten door de streek. "Zulk een bezoeking komt niet zonder reden," zeggen de menschen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek