Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Bij vijftigtallen gegroepeerd, vormden die hutten een tiental gehuchten, die ook wel barakken genoemd werden en langs de oevers van stroomend water opgericht waren. Daar leefden die zwarten met hunne vrouwen en kinderen.
Met dat al was hij nu toch voornemens rondweg te vragen met wien hij eigenlijk gesproken had, toen zich voetstappen in de nabijheid deden vernemen en een lang, schoon een weinig gebogen man in stemmig gewaad, en, hier bij uitzondering, met een digten zwarten baard, het verder onderhoud kwam afbreken en nadere vragen onmogelijk maakte.
Toen Marius des avonds te huis kwam, sloeg hij een blik op zijn kleeding en zag voor het eerst dat hij zoo lomp, onbetamelijk en ontzaggelijk dom was geweest, om in zijn daagsche kleederen in den tuin van het Luxemburg te wandelen; en wel met een valen hoed, grove laarzen, een aan de knieën afgesleten zwarten pantalon en een rok, die aan de ellebogen glimmend en grijs was geworden.
Mijn kopje daar, sprak Peter, is niet zeer gelijkend, vrees ik .... maar mijn model is ook zoo bitter jong, Vere, en ik ben zoo vreeselijk rap te werk gegaan. Hij lachte gul en opende breed zijne kloeke rechtschapen handen. Vere's krachten braken, toen ze, naast zijn zwarten stoeren kop, het broze doorschijnend steenen kopje zag. Ho, fluisterde ze vreemd, goede Simon, het is mijn pover kind! ....
Ik weet niet, hoe het kwam; maar het scheen mij toe, als of hij daardoor afleiding aan het gesprek wilde geven: en het was of een geheime stem mij influisterde, dat, zoo die diefstallen al niet op rekening van Zwarten Piet moesten geschoven worden, Andries althans daar meer van af wist dan hij zeggen wilde.
Het gele ras en de door herhaalde kruising reeds bijna niet meer zwarte man en vrouw, gaan hier door Kaapstad's straten naast zwarten en zwart-blauwen in alle verscheidenheid.
Toen zij bij haar kwam, vroeg vrouw Trude: »Waarom zie je zoo bleek?« Het meisje stond te beven. »O,« zei ze, »ik ben zoo geschrikt van wat ik gezien heb!« »Wat heb je dan gezien?« »Ik zag een zwarten man hier op de trap.« »Dat was een kolendrager.« »Toen zag ik een groenen man.« «Dat was een jager.« »Toen een bloedrooden.« »Dat was een slager.«
Een oud Heer, met een wijden, zwarten rok, ridderorde, bril, hoed met breeden rand, lichtblaauwen pantalon, eenigzins opgeschort, en lage schoenen, vergezelde hem.
De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten.
Zijn gelaat was bleek als dat van eenen doode en loste ijselijk uit op den kraag van zijnen zwarten mantel; de oogen stonden hem fonkelend in het hoofd, en zijne wangen beefden krampachtig als die van een woedend mensch: door de opening van zijnen mantel kon men zien, hoe zijne geslotene vuist zich nijdig toeneep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek