United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Juist wat ik dacht; we moeten hopen hopen en bidden," zei de predikant en stak zijn hand uit; en 't was hun beiden, terwijl ze elkaar in de oogen zagen een zekere voldoening te zien, dat ze wederkeerig elkaar deze kleine menschelijke zwakheid vergaven.

"Ik dacht wel dat het zoo zijn moest; ik heb niet beter verdiend; nu is het uit!" en zij verscheurde het biljet. "O, had ik dat alles kunnen voorzien!" riep ik, de handen voor de oogen houdend; ik wilde nog mijne zwakheid verbergen. "Ik had u geraden te blijven; waarom zijt gij ook zoo spoedig weggevlucht?"

Hij begreep dat gevoel van Lewin zoo goed; hij wist, dat voor hem alle meisjes in twee soorten verdeeld waren; de eene soort omvatte alle meisjes behalve haar, en die hadden allerlei menschelijke zwakheden en waren heel gewone meisjes, de andere soort was zij alleen, en die had geen enkel gebrek en was boven elke menschelijke zwakheid verheven.

"Wat zal ik u zeggen, kind!" hernam de generaal met eene zachte bewogene stem, "ik zelf voelde mij te oud en te stram om nog voor dat hatelijke wijf eene kniebuiging te maken, en ik geloof dat ik liever mijne hand had zien verdorren, dan die haar toe te reiken ter verzoening; maar toch gij, ja 't is een zwakheid, ik beken het voor u als voor neef Leo, als gij persoonlijk uw pays met haar hadt kunnen maken, en ik daardoor wat meer rust had gekregen over uwe toekomst, dan zou mij dat zeer verheugd, zeer verlicht hebben."

De kleinmoedigheid van deezen Officier bleek zelfs by deeze gelegenheid, en bragt byna de geheele zaak in de war; want hy had de zwakheid, tegen de aan hem gegevene beveelen, om de geschenken over te geven, zonder wederkeerig de beloofde gyzelaars te ontfangen. By geluk hield ARABY zyn woord, en zond uit dien hoofde vier van zyne beste Officiers naar Paramaribo.

Zeer groote hoogmoed of diepe zelfverachting duiden op zeer groote zwakheid van ziel. Bewijs.

Ik zal nu tot de andere aandoeningen overgaan, welke vergezeld gaan van de voorstelling eener inwendige oorzaak. XXVI. Neerslachtigheid is Droefheid, ontstaan door de beschouwing van eigen machteloosheid of zwakheid.

Gy minde niet, maar 't was slechts veinzen van een vlam; Uit deernis licht, die deel in mijne zwakheid nam; En mooglijk is mijn hart u dankbaar voor 't misleiden, Dat zulk een bloemrijk kleed op zulk een afgrond spreiden Maar me éénmaal domplen moest in 't schrikbaarste aller weên. Dit immers wete ik dank voor 't geen my waarheid scheen! Dit, die verrukking, dit, die zaligheid van 't minnen!

Het had de teerhartige, edelmoedige Uijs reeds half berouwd, dat hij in enigszins harde bewoordingen uitdrukking aan zijn verontwaardiging had gegeven; tans kreeg een gevoel van eerbied voor de grijze haren van de oude man, van medelijden met zijn zwakheid bij hem geheel de overhand, en hij zei op vriendelike toon: »Oom Kasper, ik was van avond bitter teleurgesteld, toen ik u en uw mannen hier aantrof, en gaf aan die teleurstelling in haastige woorden lucht.

De machthebbers zijn evenmin op hem gesteld; zij vreezen, dat hij de schare zal verleiden. Ook zijn vrouw verstaat hem niet; zij wordt verteerd van jalouzie op een der vrouwen, die religieuzen steun bij haar man zoeken. Als zij in een aanval van zwakheid vergif heeft genomen, ziet de overheid kans, om hem onschadelijk te maken. Hij wordt voor het gerecht gebracht.