United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar hier kwamen zijn doorzicht en voorstellingsvermogen tusschenbeide en hielden hem duidelijk voor, dat het geen gekheid was, dat hij zich niet maar alleen als een zotskap had aangesteld tegenover een hysterisch of misschien een minziek meisje. Zij zeiden hem, dat iets wat raadselachtig is, daarom nog geen onwaarheid behoeft te zijn.

't Zou de grootste dwaasheid zijn geweest om aan de praatjes van dien zotskap de geringste waarde te hechten. Ha, Helmond gevoelt dat het hem goed heeft gedaan hier even in de stilte te hebben vertoefd. 't Is belachelijk dat hij straks op zulk een gedachte kwam. Ja nu weet hij 't weer: Om die Oostersche kris te halen was hij zoo ijlings naar boven gevlogen. O waanzin, o champagne-gif!

Deze ambtgenoot of medehelper van den kokeler was, gelijk al de narren vanouds, in een veelkleurig gewaad uitgedost, prijkende hij met een half rood, half geel buis en met groene hozen: een houten sabel of brits, die door zijn lederen gordel gestoken was, duidde zijn hoedanigheid aan, zoowel als de bellen, die aan zijn zotskap en gewaad klingelden.

Terwijl Don Quichot zulke goelijke en vriendelijke woorden sprak, wilde het toeval, dat de paljas van het gezelschap, die wat achter was gebleven, aankwam. Hij was als hansworst gekleed, met belletjes behangen en had op het hoofd een zotskap en in de hand een stok, aan 't eind waarvan drie groote, met erwten gevulde koeblazen hingen.

Lavinia, spreek! wat vloekb're hand heeft u Handloos gemaakt voor de oogen van uw vader? Wat zotskap goot ooit water bij de zee, Of wierp in Troja's laaien brand een mutsaard? Hoog was mijn leed gestegen, eer gij kwaamt, Thans spot het als de zee met elken dam.

Nu vaarwel, meester, en wees goed jegens den armen Gurth en zijn hond Fangs; en laat mijn zotskap in de zaal van Rotherwood ophangen, ter gedachtenis, dat ik mijn leven voor mijn meester gegeven heb als eene getrouwe nar." Dit laatste woord kwam er uit met eene weifelende uitdrukking, tusschen scherts en ernst in. De tranen stonden in Cedric's oogen.

THURIO. Wat zegt zij van mijn moed? PROTEUS. O, heer, daarover is zij niet in twijfel. Waarom ook, als zij weet, hoe laf hij is. THURIO. Wat zegt zij van mijn afkomst? PROTEUS. Dat gij van hoogen rang zijt afgedaald. Van edelman tot zotskap, ja voorwaar. THURIO. En spreekt zij van mijn landerijen? PROTEUS. Ja, maar met leedbetuiging. THURIO. En waarom? Dat zulk een ezel die bezit.

Maar laat mij nu tot een vroolijke tafreel overgaan. Ter eere van de Engelschen, werd op Minorca een groote carnaval-maskerade gegeven. Ik had een zotskap opgezet en mij verder onkenbaar gemaakt en ontmoette daar verscheidenen mijner medeofficieren. Het was een zonderling gezicht al die dwaas uitgedoste groepen zoo dooreen te zien dwalen.

Daar buiten zijn vijfhonderd man, en ik was heden morgen een van hun voornaamste aanvoerders. Mijn zotskap was een helm, en mijn stok een veldheersstaf. Wel, wij zullen zien, wat ze er bij winnen, door een nar tegen een wijs man te verruilen! Waarlijk, ik vrees, dat ze aan dapperheid verliezen, wat ze aan wijsheid winnen.

Hun lust was het den naam van Goden en helden door lofredenen te verheerlijken. Daarom zult ge dan ook een lofrede hooren niet op Hercules, noch op Solon , maar op mij zelf, de Zotheid. Waarom de Zotheid zichzelf prijst. Al aanstonds dit: ik stoor mij volstrekt niet aan die wijzen, die, zoo iemand zichzelf ophemelt, hem een grooten zotskap en een onbeschaamden rekel noemen.