United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door gewetenlooze dwingelandij hebben weinigen zich toegeëigend wat voor allen bestemd was, en al heeft men zich door langdurige gewoonte en valsche voorschriften daarin leeren schikken, 't is de plicht van een vader er voor te waken, dat zijn eenige zoon niet zulke verlagende dwaalbegrippen inzuigt, waardoor hij zich later alles zou laten welgevallen, zoolang men hem maar het leven liet.

Nooit doet zij dit, zoolang de middagzon schijnt; werkelijk zou men zeggen, dat zij zeer veel last heeft van de zonnestralen; men veronderstelt dan ook, dat de talrijke doode Spitsmuizen, die men in 't heetst van den zomer aan wegen en bij slooten vindt, door de zon verblind, den ingang van hun hol niet hebben kunnen terugvinden en daarom bezweken zijn.

Gij hebt dus het recht niet te verzekeren, dat Ole Kamp dood is, althans zoolang niet het werkelijk of vermoedelijk bewijs geleverd is, dat onze stuurman bij de ramp van de Viken omgekomen is." »Maar, waarom hebt gij uwe overtuiging niet aan mijne kinderen meegedeeld?" vroeg vrouw Hansen vrij sluw.

"Gij zijt niet in de handen van bloeddorstige duivels gevallen, en zoolang ik Roque Guinart heet, zal uw persoon geen leed geschieden." "Ik ben niet bedrukt uit vrees, dappere rooverhoofdman," antwoordde Don Quichot.

"Wij hebben ons veel te verwijten," vervolgde deze, "dat wij u zoolang aan u zelve hebben overgelaten; doch wij meenden allen, dat uw bruidegom zich bij u bevond." "Ik heb geen bruidegom meer," zeide Madzy met een ontstelde stem.

Zoolang wij daar bleven, werd hij aan onze tafel toegelaten, en hij trok er de aandacht, zoo niet door uitgezochte zindelijkheid, dan toch door een onverzadelijken eetlust en onleschbaren dorst.

Hij heeft al te veel overeenkomst met ons, om hem iets af te nemen: de honden verscheuren elkander niet, zoolang er nog vossen en wolven in overvloed te vinden zijn." "Overeenkomst met ons?" antwoordde een van de bende: "Ik zou dat wel eens willen hooren bewijzen!" "Wel," hernam de kapitein, "is hij niet arm en onterfd, evenals wij?

Het leger te land zou ons nog kunnen redden, maar niet zoolang het onder zijn bevel staat. Hij is bij mij, niet gewond maar als het ware doodgebloed, geheel anders dan vroeger, zonder moed, zonder kracht tot handelen, als een gebroken man. Ik zie nu het begin van het eind.

Kwel mij niet met vragen, bid ik u. Ik geloof dat uw bedoelingen goed zijn, doch ik mag waarlijk niets zeggen, zoolang mijn oom niet hier is." "Is vader Syard uw oom? Gij hebt hem straks genoemd." "Heb ik hem waarlijk genoemd? Ach! ik heb de koorts: ik weet niet wat ik gezegd heb."

Hij scheen werkelijk betooverd te zijn, want nauwelijks hadden Antyllus' makkers hem toegejuicht en zich bereid verklaard de jeugd van Alexandrië aan Barine te wreken, toen »de Koning der koningen" eensklaps opstond van de rustbank, waarop hij tot zoolang bijna onverschillig gelegen had, om met fonkelende oogen uit te roepen dat, wie zich zijn vriend noemde, hem bij dezen aanval helpen moest.