Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
En hoe durf jij hem aan te moedigen, slechte deern die je bent? Zoenen!« riep Mr. Bumble in hevige verontwaardiging. »Foei! schaam je!« »Ik wou 't niet doen,« zei Noah op huilerigen toon. »Zij zoent mij altijd of ik 't wil of niet.« »O Noah!« riep Charlotte verwijtend.
O neen, dat gaat niet, want hij moet evenals Maarten van mij ook een vlokje van uw haar hebben; dat behoort er zoo bij, freule, want dat zoent Maarten alle avonden geregeld goeden nacht, voordat hij zijn gebed begint.
Enfin, ik stop haar wat toe; ze zal moe zijn dacht ik, en een fiksche toer slapen zal haar goeddoen. Maar jawel, een half uur later, toen ik wat in den Militairen Spectator zat te snuffelen, daar staat me 't ondeugende kind naast m'n stoel; zoent me, en zegt dat ze heelemaal weer beter is. 't Heeft niets te beteekenen, niewaar?
Hij ziet zijne handen langs zijn rouwrok wit nederhangen, en vluggelings schiet door zijn geest de heimelijke vraag of 't zoo passend is en of insgelijks de oude priester het ziet. Hij buigt zich langzaam, plukt in den dikken bloemenhoop witte en teer-roze rozen. Hij zoent de rozen, die geuren en zoet-bedwelmend over zijn mond aanwalmen. Hij legt ze rond moeders hoofd.
Het geestige, hupsche, vroolijke Keetje, die zoo lief praat, en zoo lief lacht..." "En zoo zoet zoent?..." vroeg de jongste; "want als zij zóó is, als gij ze beschrijft, dan is zij licht, vrindlief, en dan zeg ik als in het oude stuk, "Een mooie meid zou, in een herberg, eerlijk zijn!"
O! Gossie! wat ziet ze ’r raar uit, en hij maakt grimassies voor d’r. Hij buigt. Hè! hè! hè! hè!” „Stil! lach niet zoo hard, anders hoort ie ’t!” „Dat’s allemachtig kemiek: hij zoent ’r hand.
Alvorens de woning voor altijd te verlaten ja August weet het zeker, voor altijd blijft hij nog even staan; ziet Coba schijnbaar kalm in de oogen; vat dan haar bleek gezichtje tusschen zijn beide handen, zoent haar op het voorhoofd, twee- driemaal achtereen, en daarna.... De voordeur valt met doffen dreun achter hem dicht.
Ja, hé! net als mij ... En jij kunt ook nog niet erg bijten, omdat je nog te klein bent; maar ik zal je te eten geven, en als je dan groeit en groot bent, dan kun je van je af bijten. Ze wouen je verdrinken, omdat je mank loopt, maar ik heb je verstopt ... en nou hou je van mij, hé, Boppie? Jij likt me, ja! goeie hond, jij zoent den baas, ja! ja! lik me maar.
Toen wou ik er niet van hooren, dat je sterven zoudt; toen beloofde ik jou, dat ik je hoornen en schelpen meê zou brengen voor den kleinen Bart, den kleinen Bart! daar is hij waarachtig! o wat een jongen! hij grijnt niet, als zijn vader hem zoent! Hier, Hanna! ik moet jou ook eens kussen: het was "man!" toen ik weg ging, nu is het: "vaêrtje!"
Waar Virgilius zich vergenoegt met te zeggen dat »de liefde-onrust gunt geen slaap haar in de ogen", gaapt hier de heldin, rekt zich uit, zucht, denkt er over na hoe hij was en wat hij zeide; zij zoent het hoofdkussen en omhelst het, terwijl zij zich verbeeldt dat zij hem naakt in haar armen sluit. Met zulke détails schilderde ook de troubadour van Provence de slapeloze nacht van zijn geliefde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek