Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
De regen had opgehouden, maar 't weêr was zoo zoel gebleven, dat ik mij op allen tegenspoed voorbereidde. De wandeling ging aanvankelijk langs den zelfden weg, die me gister terugbracht van den Val de l'Enfer, maar ik had nu het genoegen van een waterval te zien, la cascade du Serpent, een der waarteekens van Montdore, maar die den vorigen dag droog was.
"Als u wil, laat ons dan nog een poos op- en neergaan. In den waggon is het zoel. Een brief? Neen, ik dank u. Om te sterven behoeft men geene aanbevelingen, tenzij aan de Turken," antwoordde hij, en zijn mond glimlachte, maar zijn oogen behielden de uitdrukking van bittere droefheid. "Maar men kan betrekkingen aanknoopen, die onder de bestaande omstandigheden nuttig zijn kunnen.
Ik heb heusch geen conversatie noodig, moedertje; er is afwisseling genoeg in mijn leven! Het is zóó iets anders dan op Hill House en het is hier zoo prachtig mooi en zoo vol bloemen; soms is de temperatuur mij wel eens wat al te zoel, niet "stevig" genoeg, maar er moet wat wezen! Wat zal ik u een massa te vertellen hebben, als ik met Kerstmis thuis kom, want komen doe ik nu zeker!
Wij hadden voor den schoorsteen plaats genomen; daarbuiten was de lucht zoel; maar binnen in de hoeve daalde er van de zoldering een ijskille vochtigheid neder. Babet had de kleine Marie op den schoot genomen en praatte zachtjes met haar, weer vroolijk wordende door dat kinderlijk gebabbel. "Komt gij mee, vader?" vroeg Jacques: "Wij gaan de kelders en zolders nazien". Ik verwijderde mij met hem.
Het was de verkenners echter verboden een enkel schot op wild te lossen, en ofschoon Dirk van begeerte brandde, zijn vaardigheid als schutter en jager op de proef te stellen, hield gehoorzaamheid aan de bevelen van zijn Kommandant hem terug. De morgen was zoel, ofschoon er een gestadig windje uit het Noorden blies. Galant gaf als zijn gevoelen te kennen, dat de regen niet ver af was.
De nacht was schoon, zoo maanhelder dat de sterren verbleekten. Het was zomer en zoel en zoo rustig alom. Het deed wee aan het hart niet te kunnen genieten van de pracht der dagen en te bedenken dat de kanonnen van Luik aan 't bulderen waren en zoovele belgische jongens ginder in de maanlichte velden roerloos neerlagen voor eeuwig.
Alle dagen waren licht, alle nachten zoel en geurig, terwijl de lente aanzwol tot zomer, en de boomen schaduw begonnen te werpen over den blikkerenden weg. Ze zouden 'n middag op 't "Witte huis" gaan koffiedrinken: alle leden van "Laborando vincimus" met Lou en Coba en Francis als invitées.
In de baai lagen als zwarte monsters de lompe schepen en dit alles bescheen de maan met haar zachten, liefelijken glans. De nacht was kalm, de lucht zoel en vol aangename geuren, maar telkens werd de nachtelijke vrede onderbroken door de luide kreten: »Leve Lolonois! Leven de Boekaniers, dood aan hun vijanden," kreten die ver over de velden en diep in de bosschen weergalmden.
Felix legde haar arm in de zijne, en leidde haar uit de woelige balzaal naar het rustige marmeren terras, waar hij in een afgelegen hoekje naast haar ging zitten. Het was een heerlijke zomernacht. De lucht was zuiver en zoel; het klateren van talrijke fonteinen klonk als muziek.
Maar ook bij Lize in de kamer hing de doffe treurnis.... Er was nog geen licht aangestoken, en de meisjes zaten en lagen zwijgend bij het open raam, starend op den kalen muur en het stukje violetten hemel er boven. "Ik dacht, dat ik veel te laat was; ik heb nog overal rondgeloopen," zei Go. "Ik weet niet, hoe laat 't is; ga ergens zitten." "In de vensterbank maar; God, wat is 't zoel vanavond."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek