Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
De rozen hadden driemaal gebloeid en botten voor de vierde reize; de nachten waren zoel, de vogeltjes kweelden in de bosschen. Die van Damme zegden: De winter is dood, laat ons hem verbranden. En zij maakten een grooten man met een berensnoet, een langen vlassen baard en haar van schavelingen. Zij deden hem witte kleederen aan en verbrandden hem in groote plechtigheid.
De regen had opgehouden, maar 't weêr was zoo zoel gebleven, dat ik mij op allen tegenspoed voorbereidde. De wandeling ging aanvankelijk langs den zelfden weg, die me gister terugbracht van den Val de l'Enfer, maar ik had nu het genoegen van een waterval te zien, la cascade du Serpent, een der waarteekens van Montdore, maar die den vorigen dag droog was.
Alleen door hard roeien, kon men bij de brandende windstilte, vooruit komen. De derde dag brak aan, maar ging ook stil voorbij. 's Nachts was het even zoel als over dag. Men kon nergens land zien, alleen lucht en water. Een van de Indianen viel flauw van de hitte en stierf. Zijn lijk werd in zee geworpen.
Met het hoofd geleund tegen den rug van haar vouwstoeltje en met welbehagen de zoute zeelucht inademend, zat zij rustig te peinzen, tot hare oogen dichtvielen en zij in slaap geraakte. Het was zoel zomerweer en er was juist genoeg wind om de reis prettig te maken, zoodat er aan zeeziekte nauwelijks gedacht behoefde te worden.
Doch toen de avond kwam en hij weder door de straten der stad ging, was de lucht zoel en vol vochtige voorjaarsgeuren. Alles geurde sterker en in de enge straten beklemde het hem. Maar op de open pleinen rook hij het gras en de knoppen van buiten. En boven de stad zag hij het voorjaar in de rustige wolkjes, in het teedere rood van den westelijken hemel.
Elizabeth kiest Felix tot kampioen. De morgen van Elizabeth's kroning brak zoo zonnig en zoel aan, dat het bijna onmogelijk was op zulk een mooien dag aan de komst van noodlottige gebeurtenissen te gelooven. Enkele uren vóor het begin der plechtigheid ontving de prinses haar Ministers, om nog eenige dingen te bespreken. Tot nog toe hadden er geen vijandelijkheden plaats gehad.
En zij gaan naast elkaar zitten en kijken naar de kalme golven van de Schelde, terwijl een zoel zomerbriesje hun tegemoet waait door het geopend venster. "Zal ik wat muziek voor u maken?" vraagt het meisje. "Uw stem is voor mij de schoonste muziek." "O," roept Hermoine uit, "ik speel op de mandoline; ik bezit daar eenige vaardigheid in. Buitendien kan ik de cachuca en de bolero dansen.
De Jonkvrouw, op haar ros gezeten, Schoon reeds de zon in 't Westen zinkt, Wil toch haar bruigom welkom heeten. Daar buiten vreest zij geen gevaar: Is niet haar Ridder spoedig daar? 't Was zoel geweest den ganschen dag, Nu pakten wolken dreigend samen; Maar Bertha, die 't gevaar niet zag, Verbaast zich, dat geen ruiters kwamen. Daar wordt de rijweg hel verlicht!
De maan wierp nu haren zachten en lieven glans over het meer, en scheen over 't geheele landschap nog meer rust en kalmte te verspreiden, schoon ook de dag stil en zoel was voorbijgegaan.
Zoo vult ze den zolder, mijn domein, met loom gedroom, zóó wekt ze begeerten naar voortbestaan in zoel gemak, waarbij men zich de handen wrijft; wat zou mij de groote dood buiten maken kunnen, wat de winter met zijn tirannie van ijs, weefde hij daar niet in een gril van zijn opperste bekoring mijn huis met bloemen vol?... Waar zou ze zijn, waar?...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek