Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Volgens de getuigenis der kronieken waren zij ten getal van zevenhonderd; en nochtans waren zij het zo eens om de wraak te mogen bereiken, dat geen enkele onvoorzichtige klank uit deze menigte op kwam. Niets hoorde men dan het ruisen der voortgeslepen takken en het blaffen der honden die van dit vreemd gerucht verschrikten.

Geef mij een mes, riep hij, dat ik al dien gemeenen boeren en burgers de les spelle: ik ben een edelman en nooit sloeg men mij in het gezicht. Water! laat mij slapen, ik ben onschuldig. Ik ben het niet, die de zevenhonderd karolussen stal: 't is Hilbert. Drinken! Nooit bedreef ik tooverij of bezwering. Ik ben onschuldig, laat mij gaan. Drinken!

Een gelukkig toeval heeft ons wonderlijk gediend: de Deken der beenhouwers het slot Male vernield hebbende, heeft Mijnheer De Mortenay al de Klauwaards uit Brugge doen vertrekken, en nu bevinden zich de ambachtsgezellen boven de vijfduizend sterk te Damme. Zevenhonderd beenhouwers hebben zich bij ons gevoegd.

In de benedenverdieping van het Volkspaleis zijn negen zalen gevuld met kunstwerken, sedert het jaar 1731 uit de etrurische graven te voorschijn gebracht. Beelden, sieraden, gereedschappen, vazen, maar vooral kleine sarkophagen, van marmer, maar meest van albast, en met basreliefs bedekt, vormen te zamen eene geheel eenige verzameling, die niet minder dan zevenhonderd dertig nommers telt.

Maar Nele, die Katelijne weder opgericht had, sprak luide: Is die vrouw krankzinnig, ik ben het niet, en wil hier sterven van dit brokje sneeuw, dat ik eet en zij nam een greepje sneeuw en stak het in den mond als die man mijne moeder niet heeft gekend, als hij heur al heur geld niet ontnam, als hij den hond van Klaas niet doodde, om, tegen den muur van den steenput onzer lochting, de zevenhonderd karolussen te stelen van den armen aflijvige.

Naarmate van de grootte van het schip en de lading, worden dertig of veertig riemen, over de beide zijden gelijkelijk verdeeld, gebruikt; deze riemen zijn jonge, aan de uiteinden afgeplatte dennestammen. Zulk eene groote bark kost zes- of zevenhonderd roebels, en kan tot achthonderd ton graan vervoeren.

Nele leefde bedroefd en eenzaam te Damme bij Katelijne, die om den ijskouden duivel riep, maar dewelke niet kwam. Ach! zei ze, gij zijt rijk, Hansken, en zoudt mij de zevenhonderd karolussen kunnen terugbrengen. Soetkin zou op aarde terugkomen en Klaas zou tevreden zijn in het hemelrijk; gij moet ze teruggeven. Doe het vuur weg, de ziel wil er uit, maak een gat, mijn ziel wil er uit.

Hadden ze zóó zevenhonderd uur voortgezeild, dan moesten ze bijleggen, doch naar zijne stellige meening, zouden ze lang vóór dien tijd reeds land ontdekt hebben. De schepen bleven evenwel zonder veel moeite bij elkander, en dat was nog eenige troost voor de manschap, die al begon te vreezen, dat er geen einde zou komen aan die zee, en ook geen einde aan dien onveranderlijken wind.

Het is niet alleen een eentonig, maar ook een treurig leven dat door de bewoners van het fort geleid wordt. Hun voornaamste voedsel is elandenvleesch, gebraden, geroosterd, gekookt of gestoofd, eene enkele maal afgewisseld door rendierenvleesch. Alle andere benoodigdheden moeten zij doen komen uit de factorij York, aan de Hudsonsbaai, op zes of zevenhonderd mijlen afstands gelegen.

De kerk, tegen den toren aangebouwd, is van veel later dagteekening; door den watervloed van 1825, die een belangrijk deel van Noord-Holland en ook Ransdorp zoo hevig teisterde, werd deze kerk zwaar beschadigd; voor hare herstelling kon de arme gemeente niet meer dan zevenhonderd gulden bijdragen. Wij naderen Monnikendam.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek