Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Uilenspiegel kent dien dag en gewapend zal hij u wachten om u beiden te dooden, en na u zou ik ook sterven. Wij zullen den naasten Dinsdag komen, zegden zij. Dien dag sliepen Uilenspiegel en Soetkin zonder vreeze voor de duivelen, want zij meenden dat ze 's Zaterdags kwamen. Katelijne stond op en ging zien in de keete of heure vrienden daar waren.

Hij wist zijne schouders eendlijk en zijnen rechten rug sterker dan den sterkste van 't dorp. André daarnevens wat rilder, hooger opgeschoten op zijne stevige leden die plooiden genadig in het wiegen van zijn ros. Dat zijn een prachtig koppel ruiters, zegden de kennissen, jong zijn ze en niets en kan hen deren, ze hebben 't geluk in pachte!

Wolfgang haatte dergelijke bestrijding instinctief; ook wilde hij niet in de eerste plaats weten wat een wijsgeer volgens dezen of genen behoorde te denken, doch: wat hij werkelijk dacht. In Bayles Dictionnaire zijn vraagbaak voor onderwerpen uit de philosophie had hij Spinoza nageslagen; doch de inderdaad oppervlakkige en foutieve aanduidingen die hij er aantrof, zegden hem niet veel.

Hij hoorde den dikzak zeggen: 't Is de schilder van den landgraaf, die hem meer dan duizend gulden gaf om zijn portret te maken. Onthalen wij hem op bier en op wijn, en hij zal dobbel en dik tegenbetalen. Amen, zegden de anderen. Uilenspiegel zadelde zijn ezel, bracht hem duizend passen verder, bij een pachter en gaf twee oortjes aan de meid om op het dier te letten.

Wanneer heeft ze hare rekening vol? vroeg hij. Ze bezagen elkaar en: Met 't eerste maansching, zei Ghielen en hij hield zich gesloten om niet te pinkoogen. Newaar, Doka? Ja, nog een manestond. 't Geen ze er nog wilde bijzeggen verging in een geweldige hoestbui. 't Is hier koud staan, meende Ghielen. 't Is eigenlijk een schoone koe. Newaar! zegden ze alle twee. Steek ze maar weer binnen.

Nu scheen het hun dat de Fransen veroordeeld waren, want zij hadden een vol betrouwen in de macht en de kunde van die nieuwe krijger. De blikken, die zij zich onderling toestuurden, zegden: "O geluk, daar is de Leeuw van Vlaanderen!"

Ze dachten alle twee aan Vinie dien ze verwachtten maar z'en zegden er niets van. 't Wordt weeral avond, en 't was schaars middag, neuzelde Ghielen. 't Is die sneeuwlucht ... en Doka keek overzijds langs heur schouder naar buiten maar eigenlijk naar de hofpoort over 't land of er iemand in de verte te zien was. Zou hij wel zeker komen, Ghielen? We kunnen nog wachten. En als hij niet komt?

Honderd keeren daags waren zij in den duik gaan kijken, beurtelings of samen om te zien naar verandering. Ze spraken met welgevallen over 't verdikken van den uier en 't opengaan der heupbeenderen, maar bij hun eigen geloofden zij toch niet wat ze zegden.

Ja, zegden zij, wij geven slagen aan degenen die te stout zijn. Hebt gij er van doen, wij zullen op u slaan lijk op kaf. Ik doe niet mee, sprak hij. Kom dan mee-eten, zegden zij. Blijde als hij was rond zich vroolijke, lachende gezichten te zien, volgde hij heur naar de binnenplaats van het gasthof.

En zij moesten zich uitkleeden om hun gelag te betalen. In hun hemde reden zij aldus over velden en wegen, want zij hadden hun peerd noch hun wagen willen verkoopen. En een iegelijk onderweg had medelijden met hen en gaf hun geerne wat brood, wat bier en soms ook een stuk vleesch; want overal zegden zij dat zij door dieven uitgeschud waren. En zij hadden in 't gelijk maar ééne hooze.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek