Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Sinte Katharina is er met het radvenster, dat haar naam draagt, en Braga, de kunstenaar van het Noorden, met Neith, Egyptische Adiene; ginds is Aholiab en Bezaleël en Hiram van Tyrus, en meester Erwin von Steinbach, met eene puntige muts als het ogief zijner kathedraal, en zijne kunstrijke dochter Sabina, en zoovelen nog, wier namen belangrijke tijdperken teekenen in de geschiedenis der bouwkunst.
Toen de jongen hoorde, dat er zóóvelen waren, die hem naar het leven stonden, begreep hij wel, dat het volkomen onmogelijk was, dat hij het kon behouden. Hij was niet zoo heel bang om dood te gaan, maar hij vond het niet prettig om opgegeten te worden, en daarom vroeg hij Akka wat hij doen moest om zich tegen de roofdieren te beschermen.
Dank! dank! tikt 't jubelend bonzend hart hier binnen; dank, dat ik dit schoone mag en kan zien. Hoevelen zijn er niet, die dat schoons niet genieten? Niet alleen die armen, voor wie de dagen en nachten gelijk zijn, één ondoordringbare duisternis; maar er zijn zoovelen, die in het volle bezit hunner gezichtsvermogens zijn, en toch die schoonheid niet zien.
(een schat: omdat in dat ééne woord ghewouden = overweldigen, macht krijgen over iets, de mystieke strijd van den zondaar met de zich nog terughoudende genade Gods is geheeld), dan weet hij niet hoè spoedig, en niettemin met hoè voorzichtige en teeder-aanrakende handen, hij die zal bergen in zijne overzetting; en hij dènkt er eenvoudig niet aan, zóó iets sterks en groots met het slappe: "welgemeend berouw brengt immer vergeving" te vertalen. Maar ook, en ten slotte: al zouden deze voorbeelden ons niet het tekort aan kunstenaarsgaven van den vertaler hebben bewezen, dan nog zouden wij dit hebben bemerkt aan het feit, dat in dit proza geen "stem" klinkt, er geen persoonlijk rhythme, als eene alles dragende flonkerende, of grijze, doffe stroom, door vloeit, dat ons het in de vertaling natuurlijk verdwenen rhythme van den ouden dichter althans éénigszins zou kunnen vergoeden. De heer Spitz zal hier wellicht brommen: waartoe dit verwijt, heb ik mij dan ooit voor kunstenaar uitgegeven? Neen, antwoord ik dan, maar men heeft het recht te verwachten, dat gij het in voldoende mate zult blijken te zijn, indien gij een werk als dit onderneemt. Gij hebt de fout van zoovelen het waarachtige, maar niet genoegzaam sterke schoonheidsbesef, dat ge u eigen wist; de piëteitvolle liefde, die ge voelde en wier beider wezen men dan ook wel degelijk in uwe vertaling bespeurt met de macht verward, die als schoonheid-herscheppende waarden te doen gelden.... Neen, dit is uw werk niet, het is uw werk nòg niet, althans. Het is arbeid voor een Boutens, een Van Suchtelen, een Verwey. En zoo nauw luistert dit, dat ik zelfs denk, dat het wellicht ook geen werk zou zijn voor bijv. onzen grooten en genialen Meester Jacobus van Looy, omdat diens stijl allicht weer te zwaar en te verwikkeld voor zóó naïeven eenvoud [p.292] zou blijken. Met uw Uit Hooft's Lyriek, dáármee waart ge op den goeden weg: die kranige voorrede, daar zat iets mooi-eigens in. Frank en fleurig droegt ge uw eigen gedachten voor, op eigen toon. Doch dit vreemde was u te groot, en daarom kwam uw goede en nog pas ontluikende eigenheid niet boven, maar daarentegen een nièt goede, een als linksche, als hakkelende eigenheid, gelijk bij een kind, dat uit schroom zich dommer toont dan het is, als het staat voor den meester, dien gróóten, gewèldigen man. Hetgeen alles niet wegneemt, dat ge, zooals ik reeds zei, een uitmuntend werk hebt gedaan, omdat ge op iets kostelijks, het grootste deel van het lezend publiek nagenoeg onbekend, weer de aandacht hebt gevestigd en dat gedaan hebt met ernst en toewijding, want: met het volle talent, waarover gij beschikte.... Doch over het algemeen ben ik van oordeel, dat men eerst met het publiceeren van bewerkingen of vertalingen van andermans werk mag beginnen, indien men reeds een zeker meesterschap verworven heeft. Waarom?... Toen ik het diamantklooven leerde, sloeg ik menig kostbaar steentje van m'n goeien leerbaas kapot, máár mijn ouders hadden hem dan ook een niet onaanzienlijk leergeld betaald.... W
"Hoe laat hij zich noemen?" vroeg Mom. "De Paapschen noemen hem vader Ambrosius," antwoordde Reede: "doch het zal moeilijk zijn, zijn verblijfplaats uit te vorschen. Er zijn zoovelen van dien naam." "Wij zullen zien," zeide Mom, opstaande en zijn knevel wrijvende om een onwillekeurigen glimlach te verbergen: "misschien is hij wel op te sporen.
Het zou daar ook dwaas wezen, hier den rit af te breken, zooals zoovelen doen. Het oponthoud moet worden beschouwd als een pauze in den tocht, waardoor onze ademhalingsorganen een beetje op hun verhaal komen in de ijle lucht.
Ik verlang er al naar de zangeres weerom te zien, en de middelen te leeren kennen, waardoor het haar gelukte zoovelen, zoowel jongelingen als bezadigde mannen, aan haar zegekar te hechten." »Gebiedster!" riep Iras vol ontzetting, »gij wilt toch niet..."
Nog onlangs was ik in de gelegenheid eene vergadering onzer moellah's bij te wonen, en wat ik daar vernam was mij inderdaad reeds genoeg om mij te doen sidderen bij de gedachte, wat dergelijke onder de Mohammedaansche bevolking zoo invloedrijke mannen niet al vermogten zelfs tegen een Akbar, indien ze eens gesteund werden door eerzuchtige grooten en ontevreden legerhoofden, zooals er zoovelen ook aan het hof van Agra zelf als overal in gansch Hindostan nog gevonden worden.
Saladin keerde zich hierbij tot zijn metgezellen en sprak: Ik zweer bij Allah, dat ik nooit een beschaafder, hoffelijker en voorkomender man gezien heb als deze en als de christelijke koningen zoo vorstelijk zijn als deze ridderlijk is, zal de sultan van Babylon niet hoeven te verwachten, dat een hunner, nog minder zoovelen als er zijn, hem zullen aanvallen om niet te spreken van hen, die zich gereed maken.
Evenwel wist hij zich ook daarover te troosten, daar hij het plan opvatte, hen tot een handelsartikel te maken en er zoovelen van te verkoopen, als hij maar goedschiks slijten kon. Intusschen kwam het gezelschap weder op de vlakte aan den voet van het gebergte, waar de pastoor en de begeleiders van jonkvrouwe Dorothea het opwachtten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek