Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Ik had iets dergelijks gelezen in een verhaal van een reis door Thibet, en kon het toen bijna niet gelooven. Nu is het ervaring, evenals ik nu met kennis van zaken over de kangri kan praten, maar dat is iets aangenaams. Toen ik de oogen opsloeg, zag ik slechts rotsen en sneeuw. Alles is woest en verlaten, en de aanblik doet aan de zee denken.

Wij zullen slechts één dak, één tafel, één vuur hebben; hetzelfde hoekje van den haard des winters, dezelfde wandeling des zomers; dat is vreugd, dat is geluk, dat is alles. Wij zullen één familie uitmaken. Samen leven!" Bij deze woorden werd Jean Valjean woest.

Nog vóór den avond keerde hij terug, en bleek, tot groote vreugde van de Vrijbuiters, het geëischte geld bij zich te hebben. Ook de Overste zag dat tot zijn genoegen. Jan Slob vulde de kannen opnieuw, want de Vrijbuiters waren aan een woest leven gewoon en lustten graag bier, en toen werd de buit gelijk onder de deelnemers verdeeld.

Op een avond zaten wij met Theopompus alleen in het vrouwenvertrek, toen zich voor het huis een woest getier liet hooren, en de deur als met hamerslagen gebeukt werd.

Monks praatte door over den jongen; hij werd erg woest en zei, dat, al had hij nu goed en wel het geld van den jongen duivel, hij 't liever op een andere manier had gehad, want wat zou 't prachtig zijn geweest, dat blufferige testament van den vader ongeldig te maken, door den jongen van de ééne gevangenis naar de andere te jagen en hem eindelijk opgehangen te krijgen voor een of andere groote schurkenstreek, die Fagin makkelijk op touw kon zetten, nadat hij eerst flink voordeel van hem had gehad

Zij wond haren arm zacht om zijnen hals en kuste hem op het voorhoofd met eene liefkoozing van kuischheid. Een oogenblik scheen hij alles te vergeten. Hij stond ook op, nam haar in zijn armen, bijna woest, en klemde haar in eens tegen zich aan, als wilde hij haar verpletteren aan zijne borst.

Dit is een geheel ander soort van indianen dan de Tchilicotten, die tot een valsch, wreedaardig, woest en trouweloos menschenras behooren, en voor wie de reizigers in het noordwesten van Amerika niet genoeg op hunne hoede kunnen zijn.

Hij deed nu en dan zoo woest en wild tegen haar, en maakte zoo een misbaar, als hem in werkelijkheid nooit gebeuren kon. Soms naderde hij haar met opgeheven vinger en met een gezicht zoo akelig wit en dreigend, dat zij te-rugschrok en op 't punt was hem alles toe te geven.

"Ik zal hem heenzenden waar hij behoort en een korten weg ook op een of anderen nacht, al zouden zij mij er levend om verbranden!" Een woest geschater klonk door het eenzame gebouw en eindigde in een stuipachtig snikken. Zij wierp zich op den vloer en bleef daar liggen in een toestand, alsof zij eene vlaag van vallende ziekte had.

Hij had een deel der vluchtenden verzameld en viel met onstuimigen moed op zijne vijanden aan. "Vianen! Vianen!" klonk het woest. Doch zij werden niet malsch ontvangen. Jonker Jan met zijne ruiters vocht met heldenmoed, en daar kwamen ook nog de voetknechten, die hun vernielend werk hadden verricht, met opgeheven knuppels en goedendags aangesneld.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek