Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Na herhaaldelijk aandringen onzerzijds ontdeed hij met bevende vingeren het pakje van het daarom gewikkelde Zondagsblad, en toonde ons triomfaal een tusschen twee schoteltjes geborgen voorwerp, dat zachtjes deinde en ik zeide het u reeds knalrood van kleur was. »Frambóoozedeed Hein gulzig, en trachtte het wiebelend uiteinde van den spijs tusschen duim en wijsvinger te grijpen.

De andere bedienden zaten te praten en te lachen, draaiend en wiebelend op hun krukken, maar de boekhouder, een ernstig man, ergerde zich aan dat geginnegap en keek nu en dan knorrig om, over zijn bril heen, naar den correspondent, die dan toch ook al een getrouwd man was en zich toch niet meer zoo aanstellen moest met die kwajongens.

Rozeke, met haar linkerhand aan de deurpost van een huis geklemd, stond reikhalzend op een wiebelend voetbankje.

De zon was prachtig ondergaan en 't water bleef zoo glad en kalm, dat men zich nauwelijks verbeelden kon, de straat van Messina reeds te zijn gepasseerd. 't Blauwe water van de Middellandsche Zee was allengs grijs-groenachtig geworden en hier en daar gaf een blinkende ster reeds een lang wiebelend lichtschijnsel op 't even rimpelend zeevlak.

En zij kwamen van alle kanten te voren! als slangetjes offerrook opwalmend van den grond, uit de wanden schietend, onmiddellijk naast elkaâr, in verwarde rijen, van de zoldering dalend al dikker en dikker, in de rondte wiebelend, dansend, warrelend, voortvliegend als vogelenschaduwen, samenvloeyend tot een regenlucht, zich uitstortend in zwarte druppelen.

De zon was onder, en de rossig-gouden gloed uit de dampen in het westen weg; hij zag het meisje naast zich al in een waas van duisternis; het was als kwam de nacht van alle kanten aan met wiebelend gezwerm.... Met gejaagdheid sprong hij op; er was een spokige angst in hem, dat zij weer van hem weggenomen worden zou, bedolven onder duisternis en damp..., alsof zij maar een schijngestalte was, die in den nacht weer verdwijnen zou.... Hij snakte er naar haar in de veiligheid van kamers en in het warm-intieme lampe-licht te brengen.... Hij vroeg haar of ze dan nu met hem meeging.... Er was natuurlijk op zijn dorp geen logement, maar dat was niets, hij zou haar bij zijn vrienden, de Van Biesen's brengen, die altijd raad wisten.... 't Best was, meende hij, zijn eigen kamer voor haar in te richten..., als Annie daar genoegen mee zou willen nemen.... Hij kon dan bij een van de buren gaan....

Een burgerheertje, met een bult; een bleeke kop half achterover wiebelend tusschen breede schouders; een flaphoed op licht, lang-krullend warhaar. Dag.... Meneer," zei Geertje verwonderd. Ja, jai ken main nog niet, maar ik jou well. 'k Heb je zien laupen, ene Woensdag, met je Aum. Ik ben Kees Maandag. O, zei Geertje. Nooit had ze van een Kees Maandag gehoord.

Een eerewacht van een twintigtal ruiters sloot den stoet. Rozeke stond van ontroering op haar wiebelend bankje te trillen. O! wat leek haar dat alles schoon en grootsch en indrukwekkend! Zij werd er gansch bleek van en het triomfgelui der klokken en het verwijderd gedreun der kanonnen bonsde tot in haar ziel terug.

Aldoor schuddend, van neen, van neen, en nóg van neen, verdween mijn wiebelend, maar stijfkoppig hoofd, door de stille hôtelgangen, naar het slaapvertrek. En zoo heb ik Fuenterrabia niet gezien. De steven is naar 't Noorden toegekeerd, wij hebben 't verste punt bereikt en gaan eindelijk terug.

Ginds, iets verder staat op den hoogen oever een huisje gelijk een ontzaggelijke steltlooper op dunne pooten boven den afgrond, als spiedend, om zijn prooi in het water te bespringen. Palmstammen of boomen met den bast er nog aan, wiebelend onvast, verbinden de beide oevers. En zijn 't ook slechte bruggen, 't zijn daarentegen prachtige gymnastiek-toestellen, om 't evenwicht op te houden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek