Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Dit vertrouwen, door den jeugdigen leerling geuit, werd door allen gedeeld die hem zoo hoorden spreken. Mevr. Weldon zelve liet zich overtuigen. Het was wezenlijk alsof die arme menschen aan het einde van hun zorgen, van hun lijden gekomen waren en de Pelgrim weldra met goeden wind in een haven zou binnenloopen!
Het is tegelijk het belangrijkste en het minst bekende gedeelte van dit vasteland." "En reist u er alleen naar toe?" vroeg Mevr. Weldon. "O! 't Is niet de eerste keer dat ik die reis maak!" antwoordde de Amerikaan. "Er is op tweehonderd mijlen van hier een aanzienlijke hoeve, de hacienda van San-Felice, die het eigendom is van een mijner broeders, naar wien ik mij voor mijn handel begeef.
Dick Sand bleef evenwel in gedachten verzonken. Andermaal kwam twijfel bij hem op. Den volgenden dag, den 17en April, werd de reis hervat en verzekerde de Amerikaan, dat nu geen vier-en-twintig uren meer zouden verloopen of de kleine troep zou in de hacienda van San-Felice gehuisvest zijn. "Dáár, Mevr. Weldon," voegde hij er bij, "zult u al de zorg ontvangen die uw toestand vereischt.
"Maar wat is het dan toch?" vroeg Mevrouw Weldon. En neef Benedictus liet haar een vlieg zien, kleiner dan een bij, van een doffe kleur en aan het onderste gedeelte van haar lichaam geel gestreept. "Die vlieg is toch niet vergiftig?" vroeg Mevr. Weldon. "Neen, nicht, neen, althans niet voor menschen. Maar voor dieren, zooals voor antilopen, voor buffels, zelfs voor olifanten, is 't wat anders!"
Maar de hond blafte niet meer, liet zich op zijn pooten neervallen en kwam langzaam naar Mevr. Weldon toe, wier hand hij vriendelijk likte. "Hij kwispelstaart niet!" mompelde Tom. "Een slecht teeken! Een slecht teeken!" Maar bijna op hetzelfde oogenblik richtte Dingo zich op en barstte in een woedend gehuil uit. Mevr. Weldon keerde zich om.
't Is trouwens ook mogelijk dat we onderweg eenige bedienden van de hacienda ontmoeten, en daar deze gewoonlijk te paard zitten, kunnen ze ons hunne paarden afstaan." Dick Sand zag nu zeer goed in, dat hij door nieuwe tegenwerpingen te maken Mevr. Weldon geen pleizier zou doen. "Wanneer vertrekken we, mijnheer Harris?" vroeg hij. "Van daag nog, mijn jonge vriend," antwoordde Harris.
Weldon, "zie toch eens die onmetelijke roodachtige bank, die zich uitstrekt zoover het oog reikt." "He!" zei kapitein Hull, "dat is walvisch-eten! Mijnheer Benedict, ziedaar een schoone gelegenheid om die vreemde soort van schaaldieren te bestudeeren!" "'t Zou wat!" zei de entomoloog. "Hoe! 't Zou wat!" riep de kapitein uit. "Maar u hebt het recht niet zulk een onverschilligheid voor te geven!
"Nu zijn wij op den goeden weg, mevrouw Weldon," zei Dick Sand, "en nu geve God dat we dien gunstigen wind behouden!" Mevrouw Weldon drukte de hand van den leerling. Daarna ging zij, vermoeid van al de aandoeningen die zij in het laatste uur beleefd had, naar haar kajuit terug en verzonk in een soort van diepe sluimering die toch geen slaap was.
Maar indien men op zulk een oogenblik op de gedachte gekomen was hem waar te nemen, zou men er zich althans over verwonderd hebben dat geen enkele spier van zijn hardvochtig gelaat zich vertrok. Zeker is het dat hij deed alsof hij niets gehoord had toen Mevr. Weldon allen opriep om voor de gezonken bemanning te bidden.
De wind is niet zoo hevig meer, en 'k heb alle reden te gelooven dat onze ergste beproevingen voorbij zijn." "God geve het, Dick! Wat heb je geleden, arm kind! Je hebt...." "Niets dan mijn plicht gedaan, mevrouw Weldon." "Maar zou je nu niet wat rust gaan nemen?" "Rust!" antwoordde de leerling. "'k Heb geen rust noodig, mevrouw Weldon! 'k Gevoel me zeer wel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek