Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


Hij wist zeer goed, wat hij in dat gesprek beoogd had: twijfelingen wekken in Eve omtrent Franks standvastigheid ... Kende Eve zelve Frank niet als weifelend, bijna grillig ...? Waren dus zijne woorden goed gekozen geweest? Had hij twijfel gezaaid?

Ditmaal antwoordde de professor slechts met een toornig gebaar. Nu maakte zich een onoverwinnelijke schrik van mijne hersenen meester en verliet ze niet meer. Ik had een voorgevoel van een naderend onheil, en wel van een dat de stoutste verbeeldingskracht niet zou hebben kunnen bevatten. Een eerst onbepaald en weifelend denkbeeld werd in mijn verstand tot zekerheid.

Donker ? ja donker wel, waar zelfs de warme glans Der blijde liefde maar een weifelend geflonker In 't arme leven was, een bang-gewachte kans In 't blindelingsche spel een hoop een heete wonde ! Hoe beefde liefde als de laatste dunne snaar Van een gedoofd akkoord, hoe leefde zij als zonde: Een worstelende greep ! en nooit dat wijd gebaar Van wie een wereld aan zijn warme hart wou drukken!

O God, daar komen ze. Hoor maar, paardengetrappel. Hoor! Nu bonst hij op de deur. "Doe open, doe open!" Daar wordt aan de buitenzij een grendel verschoven. De deur knarst open. Een groote stallantaarn die nevens kartuigen aan een haak tegen den wand hangt, werpt een weifelend licht over een oude kapsjees, een paar hooge gele wagens benevens een kar die met de boomen op den grond rust.

Bij die wezens is de voortplanting even onregelmatig, en als het ware nog even weifelend als de bloedsomloop. Zij zijn tweeslachtig, geven het aanzijn aan eieren, die zij bevruchten, en uit het ei komt niet de zoon, maar de kleinzoon voort van het dier, dat het heeft voortgebracht, daar de zoon in het ei alleen ontstaat om zich daarin voort te planten en dadelijk te sterven!

En 't is de vraag of onze wysheid wyzer wezen zou dan de domheid van 't kind dat daar weifelend stond te leunen op 't lage hekje. Hy staarde met open mond het huisjen aan. Z'n knieën knikten, 't hart bonsde, tong en verhemelte waren droog. Waarom toch?

Weifelend kromp de kin achteruit, stekelig van roode en grijze stoppels, ook waren zijn wangen slordig onder een baard van acht dagen; maar klein en verstandig schulpte het oor met een dikken luisterrand. En zijn mond verdween geheel onder een bos half-cirkelende snorharen, in 't midden als pegeltjes, altijd nat, onder de dubbele beademing van mond en neus.

Er werd een lantaren aangestoken, die schamper-geel met 'n groenigen nimbus 't weifelend daglicht doorschrilde. In de holte van 't station vurigden de roode signaallichten en op 't plein kil en nevel-schimmig klamde in meerdere kappen 'n vlam, slurperig-kwijnend achter de vetting der glazen.

En met die woorden gaat hij naar de molenaarsvrouw toe en geeft haar de hand en Fieken ook, en daar de molenaar nog steeds zoo weifelend blijft staan en er uitziet alsof de muizen hem de boter van 't brood hadden gestolen, zegt de bezoeker: "Neef, gij denkt aan ons proces; laat dat maar rusten; wij kunnen daarom toch goede vrienden wezen."

Ieder weet, welk aanzien de veldslag in den beginne had; een verward, onzeker, weifelend, voor beide legers dreigend begin; evenwel meer nog voor de Engelschen, dan voor de Franschen.

Anderen Op Zoek