United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij geloofden op z'n best aan een tijdelijken wapenstilstand, maar niet aan een duurzaam verbond, en zij vreesden, dat, wanneer de onvermijdelijke breuk eenmaal voltrokken was, op de periode van vrede een vijandelijkheid in dubbele mate zou volgen. Hun leek het verbond, maar in wat minderen graad dan den Liberalen, tweeslachtig en monsterachtig toe. Zij vergisten zich.

Een ministerie Van Lijnden trad thans op; een ministerie, tweeslachtig, noch liberaal noch conservatief in den gewonen zin van het woord, liever een politiek voerende van gematigd liberalisme, dat zich in de regeering handhaafde tengevolge van de verschillen der liberale partij en dat in de oogen van de anti-liberalen een zakenkabinet was.

Deze namen kunnen ter nauer nood verfranschingen heeten. De zuid-nederlandsche dubbele geslachtsnaam De Schietere de Lophem is al byzonder tweeslachtig van form. Zulke namen zijn dien ten gevolge dubbel onzinnig. De van der Schueren is zulk een dwaze naam.

Het is moedig, matig, voorzichtig. Nooit een mispas, nooit een terugtred. Als er eene rivier of een fjörd moet overgetrokken worden, en dat zal nog al eens gebeuren, zult gij zien, hoe het zonder aarzelen te water gaat, gelijk een tweeslachtig dier; en den tegenoverliggenden oever bereikt!

Het innerlijk gevoel en het geweten zijn de beide pijlers van dit geloof. De mensch is tweeslachtig, in hem leeft een dubbel beginsel: door het eene is hij onderworpen aan de kracht der zinnen, door het andere is hij vrij. In de diepten der ziel is een aangeboren beginsel van gerechtigheid en deugd, waarnaar wij de daden beoordeelen als goed of slecht: dit beginsel is het geweten.

Maar juffrouw Henriëtte gaf zich gaarne, in de hoedanigheid van deze laatste, het voorkomen van de eerste, en zij schikte zich, zoo goed als zij kon, in het tweeslachtig uitzicht van hare woonst.

Zijn aard was niet uit één stuk gesmeed, maar tweeslachtig: trotsch zoowel als teeder zijn hart, zijn gemoed vrouwelijk en toch ontembaar, zijn neiging aldoor dobberend tusschen zwakheid en moed, deugd en meegesleept-worden. Zoo lag hij levenslang in strijd met zichzelven, en moest zoowel het genot als de wijsheid derven.

Van toen af begon de geslachtsvoortplanting, bij dezelfde wezens met de vorige wijze van voortplanting afwisselende, en die optrad bij dieren, die beide geslachtsorganen bezaten en tweeslachtig waren.

Florjan was, meende hij, bij uitmuntendheid een huichelaar. Al wat hij deed, aan schilderkunde of anderszins, was tweeslachtig of droeg, duidelijk, den stempel van plagiaat. Florjan had een zeer ontwikkeld assimilatievermogen; maar hij kon het niet, dan op een laag peil en in vieze bedrijven, gebruiken. Gelijk hij bestond echter, toonde hij zich. Daar lette Ernest bijzonderlijk op.

Bij die wezens is de voortplanting even onregelmatig, en als het ware nog even weifelend als de bloedsomloop. Zij zijn tweeslachtig, geven het aanzijn aan eieren, die zij bevruchten, en uit het ei komt niet de zoon, maar de kleinzoon voort van het dier, dat het heeft voortgebracht, daar de zoon in het ei alleen ontstaat om zich daarin voort te planten en dadelijk te sterven!