Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
O, hoe goed is de Heere voor mij! Hier eindig ik. Weest allen dien God en Zaligmaker bevolen door uw u liefhebbenden oud-leeraar, Amersfoort, 22 April 1914. Geliefde gemeente! Het is nu bijna drie weken geleden, dat ik geopereerd werd, en nog steeds blijft mijn toestand stationair. Wat zal de toekomst brengen? Zal de verdikking der tong toenemen, of zal haar dikte terugloopen?
Toen de monnik zag, dat de koorde vastgeknoopt was en de ladder tegen den mast stond, en dat men zijne handen ging binden, zeide hij op jammerenden toon: Hebt medelijden met mij, heeren Geuzen, 't is de duivel der grammoedigheid, die spreekt in mijn hert, maar geenszins uw nederige gevangene, een arme monnik, die maar éénen hals heeft op deze wereld; genadige heeren, weest bermhertig: 't was niet gemeend; sluit mijnen mond, als gij wilt, met eene prop; aangenaam is dit niet, neen, maar om Godswil, hangt mij niet op!
Vrienden, weest voorzichtig, hebt medelijden. Die vrouwen, die ongelukkige vrouwen! men is niet gewoon er veel over na te denken. Hoort, zij die een gezin hebben, moeten goede jongens zijn, ons een handslag geven en heengaan, en ons hier alleen het werk laten verrichten. Ik weet, dat er moed toe behoort om heen te gaan; 't is zwaar; maar hoe zwaarder des te verdienstelijker.
Ik weet niet, of myne Letjes hartje wel zó vry is, als dat van Juffrouw Albedil Burgerhart. "En was ik niet zeer opgeruimt? en zei de Eerwaardige dit?" Verbaast nog toe! Ik weet echter niet, dat ik my ergens over benaauwt voel: zo dat, weest gerust; maar ik heb ook zo myne denkende buitjes; en om dat die my zo eigen niet zyn, als zy mooglyk u zyn, valt dat zo aanstonds in 't oog.
Maar wie verrukt is geweest door gansch onzelfzuchtige liefde, die zijn eevenmensch bemind heeft in festijnen van vreugde, ja, hem heeft God zelf de lippen gekust, hij heeft het vaderhart des Eeuwigen voelen kloppen. Weest toch niet bang en verlaat u maar, goed-willigen, waar zeer groote vreede is en vreugde, daar vindt gij Hem.
Want ben ik niet Goodes, God kennende? En zal Hij zichzelven vernietigen? Doch weest gij mijn fakkel, en mijn vóórspraak, mijn adem, en mijn marmer-treeden, mijn licht-toorens, mijn sterke scheepen, mijn beeken langs den weg, mijn vertrouwelingen. Want mijn ziel wijlt als eene eenzame onder eenzamen en wie is er van de leevenden die mijn hart kent? Het Antwoord.
Maar slaat de sneeuw stevig in elkander, zoodat de kogels er geen vat op hebben. Weest echter voorzichtig, want als je een bal tegen je gezicht krijgt, dan ben je zuur!" De soldaten lachten smakelijk om deze laatste uitdrukking, maar zij begrepen de bedoeling van hun aanvoerder toch zeer goed, en gingen dadelijk met ijver aan 't werk.
Zoo keven zij; de een riep: „Gij lastert God” En de ander: „Gij zijt dom” „Gij wilt mij krenken” „Godloochenaar!” „Gij drijft met God den spot!” Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken; Die sprak: „Verdraagt elkaar, en weest niet zot, Daar wij ons, állen, God met vleugels denken.”
Het is mogelijk, dat het boodschappers zijn van uw vader!" Marko beval de poorten te openen en toen de boodschappers binnen traden, bogen zij met grooten eerbied en zeiden: "Dat God steeds met u zij, o, edele heer Marko!" De Prins legde vriendelijk zijn hand op hun hoofd en sprak: "Weest welkom, mijn kinderen! Zijn de Servische ridders welvarend?
PRETOISE. Wel hoe! wat koomt hier voor geluyt 445 Geresen uit het wout? My dunckt hier sit een slimme* guyt Gedoken in het hout. Het mocht wel zijn de bocx-voet Pan,* Die woont hier in het groen. Dat is van outs de rechte man Om vrijsters leet te doen. Wel lincker* wie ghy wesen meught, 453 Ick bid u weest gerust. Mijn bloem, mijn roem, mijn teere jeught Is niet voor uwen lust.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek