Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Een ongebreidelde en kinderlijke romantiek vult het verhaal met onwaarschijnlijke gebeurtenissen. Een rooverhoofdman vertelt zijn ongelukkig leven: "En menigmael heb ik op 's meisjes bede, den groenen lindeboom onder de klanken eener weemoedige ballade doen zuchten." Het liefje wordt geschaakt.

Daarom, als jij niet bij me was, dan had ik in ieder geval mijn verzen en dus jou." "Je moet mij dat liederenboek geven, hoor!" "Neen." "Je hebt me al je gedachten beloofd " Hij zeide het schertsend, maar zonder dat hij 't zelf wist kwam er een licht weemoedige toon in zijn stem. Dat was voldoende zij had er reeds berouw van.

't Ontbreekt ook niet aan weemoedige tafereelen. Daar hebben zich groepjes gevormd van wie straks scheiden zullen voor langen tijd, voor altijd misschien. Wij ontwijden de smart van het afscheid niet door ijdele nieuwsgierigheid. Er is buitendien nog genoeg te zien.

Hoe schoon zijn zij in het avonduur, als de ondergaande zon ze baadt in zachten gloed, en alles in het rond innige, weemoedige teederheid ademt; de strakke, als verstijfde glimlach, die speelt om hun breede, omgekrulde lippen, schijnt plaats te maken voor een zachtere, meer menschelijke uitdrukking; niet langer zien zij met zoo verpletterende verachting, in het trotsche bewustzijn hunner onvergankelijke grootheid, uit de hoogte neder op de arme stervelingen, die reeds zoovele eeuwen lang voorbij trekken aan hun voet, om nooit terug te keeren.

Gelukkig is de doodenhal zoo goed als geheel vrijgehouden geworden van kijklustig publiek. De enkelen, die er kwamen anders dan om er familieleden of bekenden onder de lijken te vinden, namen nu van die zaal der treurnis een weemoedige herinnering mede, die zij vol piëteit hun leven lang bewaren zullen.

De schemering spreidde een zachten, grijzen nevel over de stad, vol fijne tinten. Het werd stil in de straten, alleen een straatorgel in de verte speelde een weemoedige wijs, de huizen schenen zwarte schimmen tegen den rooden avondhemel, als tallooze armen staken ze hun grillige spitsen en schoorsteenen op.

»Omdat het verraad is aan uw eigen vaderland," zeide zij ernstig. »Daar heb je 't weer," riep hij wrevelig. »Nu kan ik wel zeggen, dat het geen verraad is, doch wat schieten we daarmee op?" Het meesterke sloeg het geschiedkundig boek, waarin hij las, dicht, en richtte zijn zachte weemoedige oogen op Frits. »Wilt ge ons verlaten?" vraagde hij droevig.

Zij was op 't punt om in bed te stappen, toen haar iets inviel en zij aarzelend en langzaam naar haar koffer toeging, dien opende, naar iets zocht en eindelijk het bekende roode kapje te voorschijn haalde. Zij hield het even in hare handen, keek er naar met half lachende, half weemoedige oogen, sprong toen eensklaps op, strikte het kapje om haar hoofd vast en ging voor den spiegel staan.

Zij bleven op den oever staan en zij zagen vrouwen, meidekens en knapen, arm in arm, met bloemen getooid, die malkander teeederlijk in de oogen bezagen en dicht tegen elkander gedrongen gingen. Als Uilenspiegel hen zag, dacht hij aan Nele. En bij die weemoedige herinnering, sprak hij treurig tot Lamme: Lamme, laat ons iets drinken.

Nu vervolgde ik: "Maar den broeder van den Heer Blaek heb ik voor vele jaren wel eens ten huize mijns vaders ontmoet... Hendrik Blaek, zoo ik mij wel herinner." "Hij was mijn vader," zeide de jonge Juffer, terwijl haar gelaat opeens een meer vriendelijke en tevens weemoedige stemming bekwam: "ik heb voor twaalf jaren reeds het ongeluk gehad hem te verliezen."

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek