Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Ha! ha! dat is de bekende straf van Anteroos, den wrokkigen God der wedermin, die, zooals ge wel weet, gevierd wordt met allerlei liefelijkheid in Thespiae, aan den voet van den Helicon. De blauwe theekopjes stonden op een bleek schenkbord met den ronden buik van den tinnen theepot.
Maar die geliefden, allen sâamverbonden, Bezitten niet, wat ik in ú aanschouw, Die meer bekoort, dan zij tezamen konden. Dat ik mijn hoofd mocht aan uw boezem vlijen, En zalig zijn als een onschuldig kind, En duizendmaal met blijden blik belijden, Dat gij, Mathilde, mij bezielt, bezint; Gij wilt mij, u te minnen, niet verbieden: Ik bedel ú niet om uw wedermin, Schutsengel!
Vurig beminde hij de schoone Bianca di Salerno; doch hopeloos was zijn liefde: daar niet slechts de vader der Veroneesche schoone zijn aanzoeken had afgeslagen; maar ook zij zelve hem menigmalen betuigd had, dat hij zich met haar vriendschap en achting tevreden moest stellen, daar zij hem nimmer wedermin kon schenken.
Toen, Simon, kwamen alle nimfen te zamen en ze zonden een bode uit naar Anteroos, den gekwetsten God der Wedermin, en deze werd zeer boos, zoodat Narcissus tot zijn straf in eene wiegende lischbloem veranderde. Dit gebeurde vóor den eersten aanval van de Cyclopen, welke vergeefs de bergen stapelden op de bergen om de Goden op den blauwen Olymp te bereiken. De express kwam aan.
En, bij mijnen baard, dat ben ik ja, 't is zeldzaam wanneer men reeds aan zijne koperen bruiloft denkt dat ben ik thans nóg!.... Nu echter niet meer als de smachtende slungel op de ongenaakbare nimf zijner droomen maar als de op zijne beurt trotsche man op de milde, in wedermin bloeiende gade. Nu niet meer in de magerheid van mijn verlangen maar in de volheid van mijn bezit.
U dank ik naam, En elke daad van roem en faam: Ontsluit de poort, 't is laat, 't is guur, De nevel valt in 't nachtlijk uur, Mijn lijf door Syrië's zon verbrand, Weerstaat geen kou van 't Noorderland; Ik breng u roem, verzacht uw zin, Verblijd mijn hart door wedermin.
Zoo b.v. in Het meisje van Sardam: Het meisje van Sardam Met hare bruine oogen Heeft menig jongen kwant Tot wedermin bewogen. Zij is geen stuursche maagd Gelijk zoo vele binnen, Hij die haar blosjes kent Moet haar op 't meest beminnen. Dit type vormt een schakel tusschen het minnelied en het spotlied, waaraan nauw verwant het gezelschapslied.
Dit was nu zeer goed en wel; maar nu was ik ook tot dien rang gestegen, waar de slagboom neerviel: en kleingeestige staatsinstellingen moesten mij beletten, hier te lande ooit hooger op te klimmen. Ik leerde ondertusschen, te Amsterdam zijnde, de dochters van den op pensioen gestelden Kapitein Reefzeil kennen. Ik werd verliefd op de jongste, en zag mij weldra gelukkig door haar wedermin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek