Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Indien Francesco de Holanda, de Portugeesche schilder, die zijn kunstbespiegelingen voor gesprekken met Michel Angelo laat doorgaan, naar waarheid de meening van den machtigen meester heeft weergegeven, dan zou deze het volgende hebben gezegd. "De Vlaamsche schilderkunst bevalt allen vromen beter dan de Italiaansche.

Zij schijnt op een vromen man te duiden, die na zijn avondgebed alle booze en wraakzuchtige plannen van den dag opgeeft. "Toorn is uw vijand, overleg uw vriend." "Die toornig opgesprongen is, gaat beschaamd weer zitten." "Reik den ongelukkige uwen vinger, en God zal u zijne rechterhand toereiken."

De mollah wordt nu opgespoord en de deur wordt eindelijk geopend, tot groote smart en ergernis van alle vromen.

Ik ben, ja, een geestelijke en wensch den echten vromen zin onzer instelling weder in de kloosters te zien herleven; maar ik ben een Fries boven al en zou mede niet schromen het zwaard te ontblooten, zoodra de vrijheid van mijn land werd bedreigd."

Hij woonde te Lyonesse, was bekend onder den naam van Gandalue, en bezat twee kasteelen op een eiland in de zee. Hij had dit eiland bevolkt met Christenen, en gaf den kleinen Galaor in de hoede van een vromen kluizenaar, met het uitdrukkelijk bevel, hem op te voeden tot een dapper en trouw ridder. En zoo werd Galaor opgevoed door den kluizenaar.

Maar dit is de echte soort; en die heb ik even dikwijls bij negers gezien als bij iemand anders, die stille, eerlijke, oprechte, gestadige godsdienstigheid van zulke vromen, die de geheele wereld niet zou kunnen verleiden om iets te doen dat zij voor kwaad hielden; en gij ziet in dien brief wat Toms oude meester van hem zegt."

Eindelijk werd de beproeving te sterk voor het geduld des vromen mans: "ik weet niet," zeide hij, "of de regelmatigheid, aan welke ik in mijn klooster gewend ben, mij heden in de war brengt; maar mij dunkt, onze vriend had reeds te huis moeten zijn.

»Natuurlijk nietzei Sikes, »dat wist ik wel, zoodra ik hem door Clerkenwell zag komen met de boeken onder zijn arm. 't Is prachtig! 't Zijn zeker van die slappe vromen, anders zouden ze hem heelemaal niet in huis genomen hebben; ze zullen geen navraag doen, omdat ze bang zijn, een vervolging te moeten instellen en hem aan de galg te helpen. Dus hij is veilig

En driewerf kruiste ik de armen, driewerf drukte Ik niets, en niet de blonde Muze er in, En tot mij sprak de stralende godin, Toen zij ten kus zich naar mijn voorhoofd bukte: „Ik zond de vrouw tot u, die u verrukte.... Ik zeide u ’t aan: gij mindet met een min, Zóo vol aanbidding, zóo vol vromen zin, Dat ze u aan al, wat háar niet was, ontrukte. Ze is van u heen; thans zeg ik u: voorwaar!

Telkens wanneer Marius in- en uitging, zette hij zorgvuldig de tralie van het hek weder terecht, zoodat niets merkbaar was. Gewoonlijk verwijderde hij zich tegen middernacht en keerde tot Courfeyrac terug. Deze zeide tot Bahorel: "Kunt ge het gelooven? Marius komt tegenwoordig te een uur 's morgens te huis." Bahorel antwoordde: "Wat zal ik zeggen! men kan de vromen nooit vertrouwen."

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek