Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Verleden jaar kwam Vanhoutte rond dienzelfden tijd hem wekken, samen hadden ze koffie gedronken en trokken blijgemoed door den vroegen zomeruchtend op. Hoe dingen toch keeren kunnen!
Maar wij werden bitter teleurgesteld: hij moest noodzakelijk naar Briançon gaan. "Onderweg hadden wij allerlei oponthoud. De boeren, die wij tegenkwamen, vroegen ons, hoe het met onzen tocht was afgeloopen, en de beleefdheid vorderde dat wij stilhielden om te antwoorden.
Wij vroegen haar nog: "Zult gij 't u niet aantrekken, als anderen ons beschimpen, veroordeelen?" En zij antwoordde; "Ook de luidste sprekers zullen eenmaal zwijgen!" Zus denkt, dat hare moeder wel zal willen; ook, dat haar man het goed zal vinden. En hoe 't hier thuis is? Vroeger mochten wij er nooit met anderen over spreken; nu spreken zij er zelf over.
Moge God hem hierboven voor al zijn lijden en voor zijnen vroegen dood beloonen; want, vrienden, op aarde groeiden voor hem niets anders dan distels en doornen: zijn leven was een rustelooze strijd, eene verterende inspanning van krachten tegen de vijanden der moedertaal, tegen de kwale, die zijn lichaam ondermijnde, tegen de armoede, die onverjaagbaar bij zijne bedsponde huisde en hem zonder verpoozing den bitteren galbeker voor de lippen hield.
Hij gooide een venster open, om lucht te krijgen, en gaf Gösta een manlijken handdruk. En de genadige vrouw kwam, in zij gekleed, met breede kanten over de witte handen, die Gösta kussen mocht. Allen begroetten Gösta met vreugde; met hem kwam de scherts in hun kring. Vroolijk vroegen ze hem: "Hoe gaat het op Ekeby, hoe leeft ge daar in het beloofde land?"
Van het hooge terras van het Mount Palace Hotel, met een heerlijk uitzicht naar de zee over een weelderige planten- en bloemenschat, zit ik dezen brief in den vroegen morgen te schrijven.
Een vechtpartijtje en eene vreeselijke spookgeschiedenis. Een paar dagen later liep ik na schooltijd op mijne stelten door het dorp, toen ik Karel Holm ontmoette, die ook zijne houten onderdanen bij zich had. Samen gingen wij Bob afhalen, die, zooals hij dat noemde, nog altoos met neef Pieter opgescheept zat. »Kom je niet spelen?» vroegen we.
"Wat heb je gedaan?" vroegen haar vriendinnen. "Ik had niets anders!" antwoordde ze, terwijl ze de tranen van haar oogen met een lach trachtte te verbergen. "En wat kan hij nu beginnen met jouw relikwie-kistje," zei Victoria. "Eens op een dag gaven ze hem geld, maar hij schoof het met een bamboe van zich weg; waartoe zou hij 't verlangen, als toch niemand iets aanneemt dat van hem komt?
Twee soorten kwamen er bij me: personen, die mij betaalden om voor hen gunsten aan den minister te vragen en anderen, die mij kwamen smeeken en voor wie ik gratis doen moest wat zij vroegen. De eersten waren zeker aangehoord en geholpen te worden, de tweeden werden meestal dadelijk afgescheept, ofwel ik liet hen zoolang wachten, dat ze hun geduld verloren.
Ik maakte gemakkelijk kennis met de notabelen; in de scholen ontvingen de onderwijzers mij vriendelijk en vroegen me, de leerlingen te ondervragen; deze zeiden ook voor mij passages op uit de werken van hun godsdiensthervormers.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek