Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Als altijd schoon, ja schooner misschien dewijl het zwart barège kleed haar blankheid te meer doet uitkomen, ligt Eva bij het binnentreden van haar ouders, zeer gracelijk in een voltaire, met het hoofd achterover, de fijne hand aan den kleinen mond, en den blik schuin terzijde door 't venster in de blauwe lucht. Helmond begreep die houding op dit oogenblik niet.
... Indien de meneer in den trijpen voltaire, de vriendelijke meneer, met zijn netjes geschoren kaken en zijn stijve snorren, niet reeds lang de "echte" Van Deyssel voor mij was geworden.
Met een smadenden blik beschouwt ze vluchtig het sprekend portret van den generaal, 'twelk met dat doordringende oog op haar neerziet. Eensklaps treedt ze op het schelkoord toe en trekt er met kracht aan. Eenige oogenblikken later verschijnt Hendrik. Eva in een voltaire neergegleden, heeft een achtelooze houding aangenomen en zegt: "Wil je mijnheer roepen. Zeg dat ik klaar ben."
Aanzienlijker personen kunnen het natuurlijk niet tot het doel van hunnen togt maken; neen, hunner is het, den dorst naar geleerdheid te voldoen, door de Akademie van Calvyn te bezoeken en de leerstoelen te bezigtigen, ja somtijds een geheel uur te wijden aan het opdoen van grondige kennis; hunner is het rondom het standbeeld van Jean Jaques te wandelen en in den stoel van Voltaire uit te rusten, en alzoo veel dieper in den geest dier auteurs in te dringen, dan die te huis hunne werken bestuderen; zij mogen hunne mechanische kennis vermeerderen door horlogieradertjes te zien slijpen en wijzerplaten polijsten.
Men beschimpt den veroordeelde om hem te bemoedigen. Soms bewondert men hem. Toen Lacenaire, als straatjongen, den afschuwelijken Dautun moedig zag sterven, zeide hij deze woorden, waarin een toekomst ligt besloten: "Ik benijdde hem." De straatjongen kent niet Voltaire, maar wel Papavoine. In hetzelfde verhaal verwart hij "staatkundigen" met moordenaars.
De encyclopedisten, de physiocraten, de wijsgeeren, de utopisten, met Diderot, Turgot, Voltaire en Rousseau aan het hoofd, zijn vier gewijde legioenen. De ontzaggelijke vooruitgang van de menschheid naar het licht is aan hen te danken.
Omdat hij dit gedaan had, hadden zij hem lief en vereerden zij hem boven één ander revolutionnair schrijver, zelfs boven Voltaire. Zij dronken kracht en standvastigheid uit hem, lust tot groote daden, levensvreugde en stervensmoed.
Voltaire heeft ergens gezegd, dat wel het klimaat zeer veel invloed heeft op het karakter der volken, maar tienmaal meer invloed nog heeft de regeeringsvorm, en honderdmaal meer de godsdienst.
Eilieve, huiver toch niet, gij die in uw zachten voltaire of prettigen wipstoel met dit boekske in handen zit. Gestorven, dat is het einde niet, al neemt alles wat de wereld geluk noemt als bij den ouden Schelting een einde; al roept de dood: Haast u, het einde is daar!
Zij zijn de voorhoede van het menschelijk geslacht, dat naar de vier hoofdpunten van den vooruitgang gaat, Diderot naar het schoone, Turgot naar het nuttige, Voltaire naar het ware, Rousseau naar het rechtvaardige. Maar naast en onder de wijsgeeren waren de sofisten, giftige gewassen onder de heilzame kruiden, de scheerling in het maagdelijk woud.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek