Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Zie vooral Boekenoogen, Zaansche Volkstaal bl. CXXII, en Heuvel, Volksgeloof en Volksleven, bl. 270 vlg. Eigenaardige namen dragen ook niet zelden de polders of sluizen; zoo b.v. Vrijwel dezelfde faktoren zien wij werkzaam bij het benoemen onzer dorpen en steden.
Van roomsche zijde heeft eenmaal de genoemde Franciscus Dusseldorp het trouwen met protestanten gelijkgesteld met de zonde, in Levit. XX, 15 vlg. met den dood bedreigd, zeggende, dat aldaar onder »beest« een ketter te verstaan zij, en dat de kinderen uit zulk eene vermenging voor muilezels moesten gehouden worden. Van protestantsche zijde onderwierp men zulke huwelijken aan strenge beperkingen.
Beantwoordt iemand dat geroep, dan springt hij hem op den rug en verlaat hem niet, tot de woning bereikt is. Intusschen gluurt hij den drager voortdurend met "gleunige ôogen" als een kat aan. Zie Welters, Limb. Legenden II, bl. 31; Drentsche Volksalm. 1845, bl. 232; Nederl. Museum II 12, bl. 352; Volkskunde X, bl. 182, 206, 236 vlg.; XIV, bl. 161.
Het eerste beginsel der deugd is het eigen wezen in stand te houden (vlg. Gevolg St. XXII v.d. D.) en datwel onder leiding der Rede (vlg. St. XXIV v.d. D.). Wie dus zichzelf niet kent, kent den grondslag aller deugden en bijgevolg die deugden zelf evenmin. Verder is handelen uit deugd niets anders dan handelen volgens leiding der Rede (vlg. St. XXIV v.d. D.). Wie echter volgens leiding der Rede handelt, moet (vlg. St. XLIII D. II) noodzakelijk weten d
Akad. van Wetenschappen te Amsterdam, 5 Mei 1904, en in Gallée's meermalen aangehaald werk over het Boerenhuis in Nederland, Bijlage III, bl. 12 vlg. Wij ontleenen hieraan het volgende.
Het is dus meer recent, dan door V. D. Poll in den Gelderschen Volksalm. 1887, bl. 161 vlg. vermoed werd. Laat ik hier bijvoegen, dat te Contich en omstreken de schuchtere minnaar gaarne de gelegenheid te baat neemt, zijn liefde te verklaren, door heimelijk een mei te plaatsen vóor de slaapkamer zijner beminde.
Op de tweede tegenwerping antwoord ik door te ontkennen dat wij het vrije vermogen hebben om ons oordeel op te schorten. Immers wanneer wij beweren dat iemand zijn oordeel opschort, zeggen wij niets anders dan dat hij inziet dat hij de zaak nog niet adaequaat heeft waargenomen [begrepen]. De opschorting van zijn oordeel was dus in werkelijkheid een waarneming en geen vrij wilsbesluit. Laten wij ons, om dit duidelijk te doen begrijpen, eens een knaap voorstellen, die zich een paard verbeeldt en daarbij niets anders waarneemt. Aangezien deze verbeelding van een paard (vlg. Gevolg St. XVII v.d. D.) het bestaan in zich sluit en die knaap niets waarneemt dat het bestaan van dit paard opheft, zal hij noodzakelijk dit paard als aanwezig beschouwen en aan het bestaan ervan niet kunnen twijfelen, ofschoon hij er ook niet zeker van is. Wij ervaren dit dagelijks in den droom; ik geloof niet dat er één mensch is die meent dat hij, terwijl hij droomt, het willekeurig in zijn macht heeft om zijn oordeel omtrent de dingen welke hij droomt, op te schorten en te bewerken dat hij datgene wat hij droomt te zien nìet droomt. Nochtans komt het voor dat wij ook in den droom ons oordeel opschorten, wanneer wij namelijk droomen d
Aldus wordt de bruid uit hare gemeenschap, vooral uit de buurtgemeenschap, afgekocht en in de nieuwe ingekocht: het is een scheidings- en opname-ritus. Volgens Samter, Geburt, Hochzeit, Tod, bl. 162 vlg., wordt eigenlijk niet aan het bruidspaar, maar aan de kwade geesten de weg versperd.
Na de uitvoerige bespreking der volksreligie in het eerste deel, bl. 62 vlg., kunnen wij ons hier met deze algemeene verklaring en verdeeling tevreden stellen. Ook vindt men daar ter plaatse reeds tal van Nederlandsche mythische sagen vermeld; ik wensch hier nog slechts enkele voorbeelden aan toe te voegen. Spook- en Tooversagen.
Op Paaschzondag komen vroeg in den morgen eenige mannen en jongens op de markt bijeen en heffen daar het oude paaschlied aan, waarvan de eerste strofe luidt: Christus is opgestanden Al van de Joden hun handen, Dus willen we allen vroolijk zijn, Christus zal onze verlosser zijn. Halleluja. Over dit lied meer bij Dr. J. G. R. Acquoy in het Archief van Nederl. Kerkgeschiedenis I, bl. i vlg., en Dr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek