Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Verder: Karl Bücher, Arbeit und Rhythmus. Abhandl. der Philolog.-histor. Classe der königl. N. Geerts, Oorsprong en wezen van het volkslied, in de Handelingen van het zevende Nederl. Filologenkongres, bl. 109 vlg. Het Nederlandsche volkslied heeft lang gewacht op de waardeering, die het toekwam.
Hoogst belangrijk is ook de ontwikkeling van den grondeigendom aldaar; zie hierover Dr. J. Frost, Agrarverfassung und Landwirtschaft, bl. 143 vlg. Staphorst dankt zijn oorsprong aan een kleine nederzetting van Friesche monniken in de XIIIe eeuw.
Immers, wanneer iemand een wezen dat hij liefheeft, gaat haten, zullen er meer begeerten in hem onderdrukt worden dan wanneer hij het niet had lief gehad. Opmerking St. XIII v.d. St. XXVIII v.d. St. XXI v.d. XXXIII v.d. Gevolg St. XIII en vlg. St. XXIII v.d. Opmerking St. XI v.d. Opmerking St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XXXIX.
Zij liepen tot bij een herbergier: daar dronken ze een pot en ze zaten bij 't vier. Hoe het komt, dat deze varianten in het oude sterrelied werden ingelascht, is op afdoende wijze door Boekenoogen in het Jubelnummer van Volkskunde , bl. 24 vlg. verklaard. Maar men wachte zich, parodieën als deze te zwaar op te vatten en aldus verkeerd te beoordeelen.
De spooksage is hier met een schatsage verbonden; dit is o.a. ook het geval met de Neerlintersche sage van het Blauwe Spook, die men vindt in Hagelander IV, bl. 90 vlg.
In 1886 bestonden in Noord-Nederland nog ± 36000 H.A. onverdeelde markegronden. Zie hierover en tevens voor de verdere behandeling van dit onderwerp Dr. Nederl. Aardrijksk. Genootschap 1902, XVIII, bl. 754 vlg. Natuurlijk bleven de marken op de schrale gronden van het zand- en grintdiluvium langer bestaan, dan b.v. in de eertijds Frankische provincies.
Opmerking: Deze Droefheid, vergezeld door de voorstelling onzer machteloosheid, wordt Neerslachtigheid geheeten; de Blijheid daarentegen, welke uit de beschouwing van onszelf ontspruit heet Eigenliefde of Tevredenheid met zich zelf [Zelfvoldaanheid]. En aangezien deze laatste zich even dikwijls herhaalt als men zijn deugden of zijn vermogen tot handelen beschouwt, is het gevolg hiervan dat elkeen brandt van begeerte om van zijn eigen daden te verhalen en zoowel zijn Lichaamskracht als zijn geestelijk kunnen ten toon te spreiden, en dat de menschen elkaar om deze reden dan ook tot last zijn. Waaruit wederom volgt dat de menschen elkaar van nature benijden (zie Opmerking St. XXIV en Opmerking St. XXXII v.d. D.), ofwel dat zij zich verheugen over de machteloosheid en daarentegen bedroeven over de flinkheid van huns gelijken. Immers zoo dikwijls zich iemand zijn eigen handelingen voorstelt, zoo dikwijls zal hij zich (vlg. St. LIII v.d. D.) verblijden, en dat wel te meer naarmate hij zich die handelingen duidelijker en als uitdrukking van hooger volmaaktheid voorstelt; d.w.z. (vlg. wat in Opmerking I St. XL D. II betoogd werd) hoe meer hij ze kan beschouwen als bijzondere daden, van andere wèl onderscheiden. Vandaar dat ieder zich bij de beschouwing van zichzelf d
De twee motieven van den tooverring en van de dankbare dieren in bovenstaand sprookje vind ik beslist onvoldoende om te besluiten tot verwantschap. Daarentegen lijkt mij het handelen van de dankbare muis dermate individueel, dat deze bijzonderheid éens voor altijd moet zijn uitgedacht. Zie ook mijne Essays en Studiën, bl. 205 vlg.; Aug.
De voorstelling van een bijzonder, werkelijk bestaand ding, sluit (vlg. Gevolg St. VIII v.d. D.) zoowel het wezen als het bestaan van dit ding noodzakelijk in zich. Maar de bijzondere dingen zijn (vlg. St. XV D. I) zonder God niet denkbaar; en aangezien zij (vlg. St. VI v.d. D.) God tot oorzaak hebben voorzoover hij gedacht wordt zich te openbaren in d
C. V. D. Graft in Volkskunde XXII, bl. 45 vlg. Ook elders in Overijssel wordt dit lied nog gezongen en wel bij het paaschvuur. Zingend trekken de Ootmarsummers de straten door, keeren op het marktplein terug en gaan ter kerke. In den namiddag wordt dit gezang herhaald en besloten door den middagdienst. Tegen vier uur wordt nogmaals gezongen bij het paaschvuur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek